Respekt voor Raad en College.

Zoals al weergegeven gaat de bijkomende 380kV verbinding langs het oosten van Hoofddorp passeren. Dit mede dankzij de vasthoudendheid van Raad en College en de inzet van hun politieke vrienden in Den Haag. Mijn dank voor uw vasthoudendheid.

De bijkomende 380kV verbinding zal weliswaar langs het oosten van Hoofddorp passeren maar de bestaande 150kV lijn zal mede om die reden blijven waar deze momenteel loopt.
Veel te dicht langs scholen, woningen etc. in Floriande en Lisserbroek.
Deze verbinding gaat bovendien op volle capaciteit draaien en de straling zal ruim boven de norm uitkomen.

Volgens mededelingen van EZ en VROM zal de bestaande en blijvende 150kV lijn worden gesaneerd in overleg met de Regionale overheden en TenneT.
Wat gaat onze  Gemeente doen en waarom geeft de gemeente niet alvast een "gezondheidsgarantie" aan duizenden van haar inwoners? Stel ons aub gerust.

Raad en College hebben wat de bouw langs de 150kV betreft grote fouten gemaakt, en ik hoop dat zij nu net zo vasthoudend zullen zijn als het gaat om de verwijdering c.q. om de verplaatsing c.q. om het ondergrondsbrengen van de 150kV.


DE PETITIE BLIJFT VAN TOEPASSING. 

dinsdag 27 november 2007

Geachte raadsleden, gebruik de onderstaande motie a.u.b.

CONCEPT MOTIE. Ik nodig alle frakties graag uit om geheel of gedeeltelijk gebruik te maken van het onderstaande concept. Enkele duizenden ongeruste inwoners, zoals uit de petities is gebleken, willen z.s.m. duidelijkheid en veiligheid voor hun kinderen. Nu en in de toekomst.


De gemeenteraad in vergadering bijeen op donderdag 6 december 2007.

Overwegende

 dat elke gemeente overeenkomstig de Wet collectieve preventie volksgezondheid de verantwoordelijkheid heeft voor de gezondheid van zijn burgers;

 dat het noodzakelijk is dat,mede ter voorkoming van verder groeiende onrust, er op de kortst mogelijke termijn volledige duidelijkheid komt over de hoogte van de elektromagnetische straling veroorzaakt door het trafostation Hoofddorp (aftakpunt) en door de hoogspanningsleidingen in Floriande en in Lisserbroek. Zijnde de verbindingen Vijfhuizen-Haarlemmermeer en Haarlemmermeer-Sassenheim;

 dat het beleidsadvies van oktober 2007, opgesteld door de toenmalige staatssecretaris Van Geel, aannemelijkerwijze niet geheel c.q. in het geheel niet door de gemeente is opgevolgd c.q. nog steeds niet wordt opgevolgd;

 dat het betreffende beleidsadvies bij woningen, scholen, crèches en kinderdagopvangplaatsen geen elektromagnetische straling tolereert hoger dan een jaargemiddelde van 0,4 microtesla, en dat nu en in de toekomst;

 dat, mede gezien deze laatste woorden, het volledige en zo spoedig als mogelijk verdwijnen van de verbinding uit Floriande en uit Lisserbroek dient te worden nagestreefd;

 dat de recent aan de PKB deel 3 toegevoegde oostelijke routevariant A1.2 weer uit de pkb zal worden verwijderd ten faveure van de door de gemeente gewenste alternatieve oostelijke variant.

 dat de door de gemeente ingediende alternatieve oostelijke variant op 30 november j.l. weliswaar door de minister als te onderzoeken alternatief alsnog in de pkb zal worden opgenomen echter dat de door de gemeente daaraan gekoppelde verhuizing van de bestaande 150kV naar het oosten aannemelijkerwijze niet door TenneT zal worden geaccepteerd o.a. omdat dat Tennet vele miljoenen extra zal kosten;

 dat Rijk’s voorkeurstracé van de bijkomende 380kV hoogspanningsverbinding in elk geval betekent, dat de huidige 150kV verbinding uit Floriande zal verdwijnen omdat beide verbindingen gezamenlijk aan masten worden opgehangen waarvan de routering westelijk van de N205 is bepaald;

 dat het rijk in haar startnotitie m.e.r. ook een te onderzoeken ondergrondse route door de westflank heeft opgenomen;

 dat een ondergrondse aanleg van beide verbindingen, niet alleen voor Haarlemmermeer, uiterst preferabel is;

 dat zowel alle gemeenten langs Rijk’s voorkeursvariant als de beide provincies NH en ZH zich duidelijk en gemotiveerd hebben uitgesproken voor een ondergrondse aanleg;


Verzoekt

 het College om de ondergrondse aanleg van zowel de 150kV als van de 380kV verbinding te bevorderen door op zo kort mogelijke termijn, en op het hoogste bestuurlijke niveau, contact te nemen met de betreffende Gemeenten en Gedeputeerde Staten om te komen tot een krachtig gezamenlijk statement richting de minister, waarin de uniforme voorkeur wordt uitgesproken voor een volledig ondergrondse aanleg van de Rijk’s variant.

 het College, gezien de urgentie, hiermede niet te wachten tot haar alternatieve routevariant (misschien)wederom door de minister wordt afgewezen en dat pas diep in het jaar 2008.

Draagt

 het College op om, op zo kort mogelijke termijn, een stralingsonderzoek te laten uitvoeren langs de bestaande 150kV verbinding in de Haarlemmermeer en dat op al die plaatsen waar de verbinding (te) dicht langs woningen, scholen, speelplekken, sportvelden en kinderdagverblijven loopt. Het onderzoek dient niet door de GGD, maar door een op stralingsgebied over de noodzakelijke kennis en de juiste apparatuur beschikkend erkend instituut te worden uitgevoerd. Dit instituut zal bij voorkeur de KEMA zijn.


en gaat over tot de orde van de dag.

maandag 26 november 2007

Kiezen wij voor schoothondjes of willen we een raad die ons daadwerkelijk vertegenwoordigt?

Geachte leden van de raad,

Blijft u inderdaad het schoothondje van B&W zoals de heer Mahieu dat zo typerend wist te verwoorden begin november of bent u bereid om te bijten?

Enkele duizenden kiezers wachten op uw reaktie.

Welke partij laat mij en mijn duizenden ondersteuners weten iets te willen doen aan de situatie in Floriande en in Lisserveld?

Zonder reaktie ga ik ervanuit dat ik op mijn website mag vermelden dat ''uw" partij de interesse en/of het lef niet heeft om B&W aan banden te leggen.

U bent de baas en als u dat laat blijken dan wordt dat ook door uw kiezers of potentiele kiezers gewaardeerd.

Met vriendelijke groet.


Guus Roodenrijs

zondag 25 november 2007

Noodoproep aan de Raad H'meer en Provinciale Staten.

Zeer geachte dames en heren,

Mij is gebleken dat het u ontbreekt aan de nodige kennis om onze inwoners aangaande de hoogspanningsperikelen naar behoren te kunnen vertegenwoordigen.
Op de raadssessie van 22 november j.l. is door u uitsluitend de conclusie getrokken om meer info te vergaren terwijl u mij alle vragen had kunnen stellen en u voor de sessie ook de info (speciaal voor u) op mijn weblog had kunnen lezen. De info is zo overzichtelijk en duidelijk opgesteld dat "een kind de was kan doen".

Op de vergadering van Provinciale Staten is op 19 november j.l. een motie aangenomen waarin o.m. stond; ,, De nadruk te leggen op de realisering van het oost trace langs de A4."
Hieruit blijkt ook gebrek aan kennis, omdat dit betekent dat de huidige 150kV lijn door Floriande en over Lisserbroek zal blijven lopen.


Ik overweeg om een petitie te starten richting de Raad en richting Provinciale Staten om u ervan te overtuigen dat u al vanaf 2002 niets onderneemt om uw bij hoogspanningslijnen wonende kiezers op basis van het voorzorgsprincipe te helpen en om de gemeente te pressen om dat te doen wat pure noodzaak is.

Ik vraag u om dringend een hoorzitting te willen organiseren die uit 2 delen zal bestaan.

1) Ik zal u alle info geven over wat er tot nu toe is gebeurd en wat de gevolgen zijn indien u wethouder Bezuijen zijn gang laat gaan.

2) U zult door een of meerdere deskundigen alle info ontvangen over elektromagnetische straling en het ondergrondse (stralingsvrije) HVDC gelijkstroomsysteen.
Voor de hoorzitting is ca 1.30 uur nodig.

Indien de hoorzitting openbaar zou kunnen zijn ware dat ook voor derden een mogelijkheid om de kennis te vergroten.

Nodigt u bijvoorbeeld ook de wijk- en dorpsraden uit.

Ik hoop van harte dat u als Raad dit initiatief waardeert en raadsbreed besluit om een hoorzitting te willen houden.

Een reaktie op de meest korte termijn is echt noodzakelijk omdat ik de mening ben toegedaan dat er iemand het voortouw moet nemen om alle gemeenten langs de voorgenomen route en de twee provincies dient te brengen tot een gezamenlijk statement richting de beide verantwoordelijke ministers.
Iedereen wenst ondergronds en dat is ook mogelijk.

Ik moet wederom verwijzen naar de heer Boerman van SP die bij de Algemene Beschouwingen de Raad een schoothondje noemde van B&W.
Hij heeft geen idee hoe dicht dat bij de waarheid is.


Kom op leden van de Raad. Blaf nu niet alleen maar bijt nu eens, te beginnen bij een hoorzitting.

Duizenden van uw kiezers eisen uw inzet en die inzet bent u hen volledig verschuldigd.
Ik hoor graag met spoed.

Guus Roodenrijs

zaterdag 24 november 2007

BEN IK NOU ZO SLIM OF ZIJN HULLIE ZO DOM ??

Als het niet zo ontzettend treurig zou zijn was het eigenlijk lachwekkend.
De Provinciale Staten van Noord Holland hebben tijdens hun vergadering op 19 november j.l. unaniem een motie aangenomen waarin zij besluiten;

1)Om de nadruk te leggen op de realisering van het oost trace langs de A4.

2)Te bevorderen dat de bundeling met de bestaande 150kV indien nodig ondergronds wordt aangelegd.

3)Gedeputeerde Staten te steunen in de gesprekken met het Rijk om niet akkoord te gaan met de voorgestelde procedures etc.

Initiatiefnemer: VVD fractie L.M. Driessen - Jansen.

Mijn commentaar.

Ook deze personen, de ondertekenaars van de motie, hebben niets maar dan ook niets begrepen van de problematiek.

Als de 380kV lijn langs de A4 zal gaan lopen dan blijft de huidige 150kV gewoon waar hij is. (voor de duizendste keer !!)

Zijn er nou echt geen mensen binnen de gemeenteraad en/of provincie die oog hebben voor de veiligheid van kinderen.

Als ze er zijn. Meldt u dan a.u.b. via a.roodenrijs@quicknet.nl
Ik kom het u graag uitleggen.

donderdag 22 november 2007

Mijn bijdrage aan de raadssessie op 22 november.

Hieronder staat de de volledige tekst van mijn bijdrage die alle raadsleden en ook B&W nog tijdens de sessie door de Griffie is overhandigd.
Het was storend om te bemerken dat er nog steeds raadsleden zijn die niet beseffen waar het over gaat.
Ook iets om B&W te verwijten maar vooral om te onthouden als u straks weer mag stemmen.
Als je iets niet weet of begrijpt dan kun je er ook niet over meepraten, laat staan over meebeslissen. Zo eenvoudig is dat.


De SP, de PvdA, Groen Links en de Christen Unie/SGP lijken er niet veel van te begrijpen.
De VVD en D66 waren goedwillend maar hadden onvoldoende kennis om een vuist te kunnen of willen maken.
De HAP, het vroegere Leefbaar Haarlemmermeer bleek verreweg het meest terzake kundig.
Je kunt wel in een gemeenteraad gaan zitten maar dan wordt je wel geacht je huiswerk te doen.
Goed om te onthouden toch?


Volledige tekst;

Betreft: Inspreken Raadssessie PKB Randstad om 20.30 uur. Bij de algemene beschouwingen zei de SP ;Ik vraag mij af in hoeverre wij ons als Raad het afgelopen jaar niet een beetje als schoothondje van het college hebben laten leiden.”

Mijn antwoord; Als het om de hoogspanningsproblematiek gaat, heeft uw Raad zich niet alleen het afgelopen jaar, maar heeft uw Raad zich al vanaf ca 2002 als een schoothondje door het college laten leiden en u blaft wel steeds maar u bijt helaas niet. Enkele duizenden van uw inwoners en toekomstige inwoners zouden u graag eens zien bijten en vragen u dringend om gedurende deze sessie eens met het bijten te beginnen.

Reeds vanaf 2002 heeft uw Raad allerhande hoogspannings-info aan het College verstrekt en heeft het College ook vanuit Den Haag vele beleidsadviezen ontvangen maar kennelijk staat hier ergens in dit gebouw een kast waarop staat; Hoogspanningspapier hier !!
Door B&W is, aantoonbaar, niets met info en adviezen gedaan en dat gebeurt ook vandaag nog steeds niet.
B&W speelt gewoon verder met de gezondheid van op termijn duizenden kinderen. Ik acht dit onbegrijpelijk en laakbaar en deze houding zal met ingang van vandaag moeten stoppen.
Met de gezondheid van kinderen speel je niet, en derhalve zal er op dit punt binnen de Raad geen enkel verschil van mening bestaan en kan er een unaniem standpunt worden ingenomen.

Laks.

Het recent opstarten van de verandawoningen voor starters , en de sociale flats in Lisserveld. Er mag dan wel op dit deel van de lijn niet constant stroom staan (wel 150.000 volt spanning overigens), echter, Van Geel schrijft in zijn beleidsadvies van 2005 dat er voorkomen moet worden dat kinderen nu of in de toekomst worden blootgesteld aan een straling hoger dan 0,4 microtesla.Naast het feit dat deze 150kV lijn Haarlemmermeer-Sassenheim gewoon van het ene moment op het andere weer volledig gebruikt kan gaan worden zal deze verbinding aannemelijkerwijze ook op de kortere termijn gebruikt gaan worden bij het transport van stroom dat van offshore windmolens zal gaan komen. Ik hoop dat er iemand van B&W in staat is om mij met droge ogen uit te leggen hoe het mogelijk is dat wethouder Tuning daar vrolijk een eerste paal slaat terwijl hij moet bukken om niet met zijn haar aan de hoogspanningslijnen te blijven hangen en de toekomstige bewoners bovendien nooit iets verteld is van mogelijke risico’s.

Op de raadsvergadering van 13 september 2007 zegt wethouder Bezuijen tijdens het vragenuur; begin citaat ,, Ik moet u wel zeggen, want dat is een telkens terugkerende verwarring, dat er nog geen beslissing is genomen over de vraag of het zou worden opgewaardeerd naar 380kV of dat het een heel nieuwe leiding zou worden.” Einde citaat. Hallo zeg !! Vanaf de start op 13 oktober 2006 toen de Strategische Milieubeoordeling en de ontwerp PKB (deel 1) uitkwamen was er nooit en te nimmer ook maar enige sprake van een opwaardering maar van een bijkomende extra lijn.

De akties van o.a. het Braambos en de angst van ouders waren onterecht als het om de 380kV ging en het bezoek aan Den Haag begin september van Direkteur en kinderen, begeleid door de heer Bezuijen om, zoals hij op de raadsvergadering van 13 september j.l. zegt – het bezoek wat extra cachet te geven – , dat bezoek was volledig overbodig omdat toen ook al bekend was dat de 150kV lijn geheel uit Floriande zou verdwijnen om, gecombineerd met de extra 380kV gemonteerd aan een nieuw type masten, over Boseilanden gaan lopen en zo verder richting de N207 westelijk van de Drie Merenweg. Voor de kinderen in Floriande dus een prachtoplossing. Dat de wethouder dat niet wist valt hem kwalijk te nemen.

B&W reageert op 15 februari 2007 slechts schriftelijk op de Ontwerp PKB geadresseerd aan het Inspraakpunt en schrijft dat ze opteert voor een oostelijke passage langs Hoofddorp en dus niet door de Westflank zoals het kabinet dat wenst. Alhoewel er in de SMB zo’n 6 oostelijke varianten stonden opgenomen schrijft de gemeente dus slechts dat ze opteert voor een oostelijke route maar geeft niet aan voor welke.

Omdat er uit Den Haag niets meer wordt vernomen stuurt B&W de brief op 18 juni 2007 nogmaals, maar dan aan minister van der Hoeven. De inhoud is ongewijzigd.Het is slordig dat de brief op deze datum wordt gestuurd omdat het kabinetsstandpunt op 8 juni 2007 al in PKB deel 3 is gepubliceerd. Wederom een teken van onwetendheid c.q. van ongeinteresseerdheid.De brief is dus volledig zinloos.

Tijdens het vragenuur van 13 september 2007 zegt wethouder Bezuyen; begin citaat ,,inmiddels zijn die gesprekken gestart en hebben we een lobbybureau ingeschakeld om ons belang nadrukkelijk in Den Haag aan de orde te stellen”. Einde citaat.
Curieus is dat B&W pas op 2 oktober met de nota komt die aanleiding is voor deze sessie waarin wethouder Bezuijen aankondigt een lobbybureau in te schakelen en om een eigen geheel nieuwe oostelijke variant te laten uitwerken door, naar later is gebleken, Oranjewoud. Kosten samen 65.000 plus btw.

De alternatieve oostelijke route wordt in een duur rapport gevat en op 24 oktober 2007 wordt het rapport vrijgegeven voor verspreiding. Aannemelijkerwijze zal het de minister hebben bereikt begin november omdat op het nota-overleg van 5 november is gebleken dat de minister (haar ambtenaren dus) het rapport nog niet hadden bekeken.
Staande het nota-overleg werd de alternatieve route, bij een koffiepauze, pas bekeken en meteen afgewezen. Reden: De gemeente koos niet uit een van de vele varianten maar kwam plots met een eigen route. Niet erg handig, maar wel begrijpelijk omdat de wethouder op die wijze probeerde om twee vliegen in een klap te slaan. Aan het gemeentelijke alternatief was namelijk ook de verplaatsing van de bestaande door Floriande lopende 150kV lijn naar het oosten gekoppeld. Deze 150 kV had dan ergens ten zuiden van Nieuw Vennep weer terug moeten keren richting Lisse-Sassenheim.Wethouder Bezuijen had moeten weten dat hij geen kans had gezien het feit dat, in geval van acceptatie van het alternatief, de SMB had moeten worden overgedaan. Verlies zo’n 1,5 tot 2 jaar. Onacceptabel voor het kabinet c.q. TenneT dat heel veel haast heeft. Ik begrijp eerlijk gezegd ook niet wat het lobbybureau te lobbyen had. Zij hadden het rapport van Oranjewoud toch ook niet eerder dan einde oktober.

Als doekje voor het politieke bloeden heeft de minister op 5 november toegezegd om de oostelijke variant A1.2 te bekijken. Een variant die het kabinet, maar ook de gemeente niet wilde, anders was de gemeente niet met dat dure rapport gekomen en met de lobby gestart. Bovendien, in het onaannemelijke geval dat deze oostelijke variant alsnog de route zou gaan vormen, dan blijft de huidige 150 kV door Floriande, door toekomstig Zwaansbroek en over Lisserveld/Lisserbroek gewoon bestaan met alle negatieve milieu- en economische gevolgen vandien. We hebben dan dus 2 hoogspanningslijnen door Haarlemmermeer.


Het is overduidelijk dat de gemeente niet accoord kan gaan met de oostelijke variant die de minister heeft gezegd te willen onderzoeken en dat om de eenvoudige reden dat in dat geval de huidige 150kV lijn blijft waar hij is. Onverantwoord dicht bij woningen en scholen in Floriande en in Lisserbroek- dankzij B&W- en een struikelblok bij komende nieuwbouw in o.a. Zwaansbroek.

Alle gemeenten langs de route zijn voor ondergronds en ook de provincies NH en ZH hebben zich uitgesproken voor ondergronds. Laat de gemeente H’meer nu eens het voortouw nemen om de “krachten te bundelen” om zo te komen tot een gezamenlijk statement richting de minister in de verdere procedure. In de startnotitie m.e.r. staat notabene een te onderzoeken ondergronds alternatief door de Westflank opgenomen en staat de deur open voor een aanleg volgens het HVDC principe.

Ik herhaal de voordelen van deze route en uitvoering die ik in mijn petitie van 5 november al noemde;

 Extra grond voor nieuwbouw in Floriande.
 Zeer beperkt verlies van grond voor nieuwbouw elders.
 Geen of nauwelijks probleem voor Boseilanden waar het recreatieve deel trouwens op kosten en voor risico van het Rijk is aangelegd.
 Geen elektromagnetische straling.
 Geen horizonvervuiling.
 Etc. Zie http://tennethoogspanning380kv.blogspot.com/

Lisserbroek.
Omdat de gecombineerde kabels stoppen bij de N207 waar de 380 afslaat richting HSL en de 150 doorgaat richting Lisserbroek/Lisse dient B&W ook met een ondergrondse oplossing te komen voor het gedeelte N207 tot de Ringvaart.

woensdag 21 november 2007

RIVM, Effecten fijnstof vraagt om nader onderzoek.

RIVM - Bilthoven - the Netherlands - www.rivm.nl


Rapport in het kort
Voor zover nu bekend beinvloeden bovengrondse hoogspanningslijnen de schadelijke effecten van fijn stof niet. Hoogspanningslijnen kunnen fijn stof soms wel elektrisch opladen, maar dat is te weinig om het meer dan normaal aan longen, luchtwegen en de huid te laten 'plakken'. Dit concludeert het RIVM uit een literatuuronderzoek in opdracht van het ministerie van VROM.
Aanleiding voor het onderzoek was de bezorgdheid over hun gezondheid van mensen die bij een drukke verkeersweg en bij een hoogspanningslijn wonen. Die bezorgdheid is het gevolg van wetenschappelijke publicaties waarin wordt beweerd dat elektrische ontladingen bij de hoogspanningsdraden fijn stof kunnen opladen. Hierdoor zou er meer fijn stof in longen, luchtwegen of op de huid blijven 'plakken'. Dit zou er toe kunnen leiden dat de effecten van fijn stof (hart- en luchtwegaandoeningen) versterkt worden.

Het mechanisme kent vier stappen. De eerste drie stappen - het ontstaan van elektrische ontladingen bij hoogspanningslijnen, opladen van fijn stof en verspreiden van het extra geladen fijn stof door de wind - zijn met metingen aangetoond. De vierde, beslissende stap - extra neerslag van fijn stof in longen luchtwegen of op de huid - is niet aannemelijk gemaakt.

Veel extra lading op fijnstofdeeltjes leidt wel tot extra neerslag in de luchtwegen, maar daar is zeker een tien keer hogere lading voor nodig dan bij een hoogspanningslijn kan ontstaan. Een onderzoek met een metalen mal van luchtwegen lijkt wel op extra neerslag te wijzen, maar die resultaten kunnen zonder nader onderzoek niet naar effecten op de mens worden vertaald. Ook extra neerslag op de huid is tot nu toe niet aannemelijk gemaakt.



RIVM - Bilthoven - Nederland - www.rivm.nl



( 2007-11-20 )

dinsdag 20 november 2007

"BOZE" E-MAIL VAN BERT SLOTBOOM (VVD)

Sent: Monday, November 19, 2007 4:03 PM
Subject: RE: Het kan dus echt.
Meneer Roodenrijs,
Ik vind het geweldig dat u zich zo inspant om de hoogspanningskabels te verplaatsen, maar krijg van u de indruk dat de gemeente dat niet zou willen.
Niets is minder waar!! En natuurlijk zouden wij de kabels ook liever ondergronds hebben, maar helaas verkeren wij in andere omstandigheden dan in Utrecht.
Wij kunnen geen bouwgrond aanbieden om daar het ondergronds brengen mee te bekostigen! Het zou prettig zijn indien u in uw berichtgeving niet ieder keer de indruk zou wekken dat de gemeente c.q. de gemeenteraad een andere mening zou hebben.
Met vriendelijke groet,
Bert Slotboom
Raadslid VVD


-------------------------------------------------------------------------------------

Geachte heer Slotboom,

Uit uw antwoord blijkt overduidelijk dat u de inhoud van mijn weblog en derhalve ook het dossier Randstad380 niet kent.
Binnen de Raad, maar aantoonbaar ook binnen B&W is er in hoge mate onvoldoende kennis over hoogspanning en over het Randstad projekt.
Enerzijds is dat zeer begrijpelijk, uw eigen werk is logischerwijze het meest belangrijk, anderzijds is daardoor de wijze waarop B&W en uw Raad gedurende al vele jaren met hoogspanning omgaan uiterst onrustbarend en "inwoneronvriendelijk"

Ik vraag u en de gehele Raad om op mijn weblog in ieder geval de inhoud te willen lezen van de berichten
'Overzicht van feiten ten behoeve van de raadssessie' en 'Het woord is aan de Raad'.
Ga naar;
http://tennethoogspanning380kv.blogspot.com/


De sessie zal door mij en door vele honderden inwoners op Internet gevolgd worden en wij hebben er recht op dat er met kennis van zaken wordt gedebatteerd.

Onderstaand geef ik u slechts twee voorbeelden van onvoldoende kennis van zaken;

Op de raadsvergadering van 13 september 2007 zegt de wethouder tijdens het vragenuur; begin citaat ,, Ik moet u wel zeggen, want dat is een telkens terugkerende verwarring, dat er nog geen beslissing is genomen over de vraag of het zou worden opgewaardeerd naar 380kV of dat het een heel nieuwe leiding zou worden.” Einde citaat.

Hallo zeg: Wat een enorme onzin. !! Vanaf 13 oktober 2006 toen de Strategische Milieubeoordeling en de ontwerp PKB (deel 1) uitkwamen was er nooit en te nimmer ook maar enige sprake van een opwaardering maar van een bijkomende extra lijn. Wat een gebrek aan dossierkennis. En dat na een jaar !!!

Zou hij de informatie-avonden in Hoofddorp op 9 en 10 januari 2007 ( de burgemeester van Alkemade was er wel) hebben bezocht dan zou hij ook hebben kunnen horen dat er een extra lijn zou bijkomen en dat deze extra bijkomende lijn natuurlijk niet door Floriande zou lopen. ( Van Geel Advies).
De akties van o.a. het Braambos en de angst van ouders waren onterecht als het om de 380kV ging en het bezoek aan Den Haag, waar de heer Bezuijen mee naartoe is gegaan om, zoals hij op de raadsvergadering van 13 september j.l. zegt – het bezoek wat extra cachet te geven – , dat bezoek was volledig overbodig. Had de wethouder zijn dossier gekend, en zou hij betrokkenen hebben geinformeerd, dan waren de akties nooit gebeurd.

Ook de motie vreemd aan de orde van de dag van 25 oktober 2007, een overigens goed bedoelde motie, getuigt van gebrek aan kennis. Ook in de motie wordt gesproken over opwaardering.Er is totaal geen opwaardering! Er is sprake van een extra lijn die weliswaar door de Westflank zal lopen maar niet door Floriande en niet over Lisserbroek zal gaan.

Echter; als de gemeente, niet aannemelijk overigens, haar "oostelijke zin" zal krijgen blijft de 150kV lijn gewoon daar waar hij is. Door Floriande etc dus.

Waar het in Floriande en Lisserbroek in feite omgaat is; de 150kV lijn hoort daar niet meer, omdat de gemeente alle beleidsregels al vanaf 2002 aan haar laars heeft gelapt en veel te dicht bij de bestaande lijn scholen, woningen en kinderopvang heeft gebouwd en nog steeds bouwt. De aktie had dus tegen de wethouder gericht moeten zijn i.p.v. tegen de minister. Het meegaan naar Den Haag komt toch wel in een raar daglicht te staan.

maandag 19 november 2007

UTRECHT LEGT LIJNEN ONDER DE GROND !!

vrijdag 16 november 2007
Hoogspanningskabel ondergronds
Door TON VOERMANS

NIEUWEGEIN - Burgemeester en wethouders van Nieuwegein hebben alle reacties bekeken en zijn eruit: de hoogspanningslijn gaat ondergronds. De gemeenteraad van Nieuwegein besluit 13 december over het voorstel om de elektriciteitskabels door de Galecopperzoom langs de A12 te leggen. Door de hoogspanningslijn door Nieuwegein ondergronds te leggen worden eventuele gezondheidsrisico’s voorkomen.

Daarnaast komt er heel veel bouwgrond beschikbaar. Landelijke regels verbieden nu woningbouw binnen 80 meter van een hoogspanningslijn.

Het college van burgmeeester en wethouders wil de komende jaren 1600 huizen bouwen. Er wordt gekeken of er stukken grond onder en langs de huidige hoogspanningslijn zijn die bebouwd kunnen worden. De hoogspanningslijn loopt langs Huis de Geer, Galecop en Blokhoeve. In Blokhoeve kunnen bijvoorbeeld 55 geplande huizen niet gebouwd worden in verband met de hoogspanningslijn.

Door huizen te bouwen zijn ook de kosten voor het ingraven van de kabels (geraamd op 10 miljoen euro) te bekostigen.

zaterdag 17 november 2007

Overzicht van feiten ten behoeve van de raadssessie.

OVERZICHT VAN FEITEN.

Lees op de weblog ook het bericht; HET WOORD IS AAN DE RAAD.

Opmerking vooraf.

Op het grondgebied van de gemeente loopt een bovengrondse 150kV hoogspanningsverbinding. In Floriande bevindt zich het aftakpunt Haarlemmermeer.
De verbinding ten noorden van het aftakpunt is de lijn Vijfhuizen-Haarlemmermeer. De verbinding ten zuiden van het aftakpunt is de lijn Haarlemmermeer-Sassenheim.
Deze laatste verbinding wordt op het moment alleen bij onderhoud ingezet (volgens de huidige netbeheerder).


De verbinding Vijfhuizen-Haarlemmermeer voert continu stroom derhalve dient men vanuit het hart van de verbinding de indicatieve zone van tweemaal 80 meter in acht te nemen om onder de maximale 0,4 microTesla te blijven.
De 150kV lijn zal, bovengronds en/of ondergronds moeten blijven en zal naar verwachting in de nabije toekomst eveneens worden gebruikt bij het verbinden van individuele offshore windmolenparken zodat dan ook de zuidelijke verbinding Haarlemmermeer-Sassenheim continu stroom zal voeren.

------------------------------------------------------------------------------------------------

1)
Hoogspanningsverbindingen veroorzaken elektrische en magnetische velden met extreem lage frequentie. (ELF)

2)
In 1979 tonen Westheimer en Leeper een verhoogd risico op het krijgen van leukemie (bloedkanker) aan voor kinderen die bij hoogspanningslijnen wonen. Het was de start voor wereldwijde onderzoeken die tot op de dag van heden doorgaan.
Op 31 augustus 2007 is er nog een rapport uitgekomen geschreven door 20 wereldwijd erkende wetenschappers. Een samenvatting kunt u hier lezen;
http://www.bioinitiative.org/report/docs/section_1.pdf
Het is geen prettig leesvoer, maar het maakt wel duidelijk waarom het kabinet, in overeenstemming met o.a. de staatssecretaris van EZ en de minister van Volksgezond-heid en Sport, op 28 mei 2007 het Instellingsbesluit Kennisplatform EMV&G hebben genomen. (Elektromagnetische Velden en Gezondheid.) Er is maar liefst € 18.000.000 uitgetrokken voor (nog meer) nader onderzoek.

3)In 2000, na bestudering van de rapporten van 2 andere wetenschappers t.w. Ahlbohm en Greenland, komt de Nederlandse Gezondheidsraad in maart 2000 met een rapport waarin bevestigd wordt dat er een mogelijk verband bestaat tussen kinderleukemie en de blootstelling aan ELF magnetische velden en ook het RIVM schrijft in 2001 in een rapport dat er een mogelijk verhoogd risico op het krijgen van kinderleukemie bestaat bij blootstelling aan magnetische velden met een waarde van tussen de 0,2 en 0,5 mT.

4)
In 2001 komt het kabinet met het Vierde Nationaal Milieu Beleidsplan (NMP4).
Één van de 7 milieuproblemen, zo schrijft het kabinet, is de ‘bedreiging van de externe veiligheid’.

Begin citaat; ,, Bij ongewijzigd beleid wordt de mensheid over 30 jaar geconfronteerd met gezondheidsproblemen die nu nog niet zichtbaar zijn. Van allerlei processen of activiteiten, zoals het tranport van elektriciteit in hoogspanningsleidingen, bestaat alleen een vermoeden over effecten op de gezondheid. Er moet daarom veel meer nadruk worden gegeven aan voorzorg. Wanneer bijvoorbeeld in Nederland in 1965 op basis van het voorzorgsprincipe een asbestverbod zou zijn ingesteld, dan zou dat ruw geschat ca. 34.000 slachtoffers en 20 miljard euro aan kosten hebben gescheeld”. Uit onderzoek blijkt dat er een relatie bestaat tussen het wonen in de nabijheid van bovengenoemde elektriciteitsleidingen en een verhoging van het vóórkomen van leukemie bij kinderen. Een mogelijke maatregel hiertegen is de verbreding van de zone (nu tweemaal 30 meter) waarin geadviseerd wordt om zo min mogelijk te bouwen in combinatie met een advies- of grenswaarde voor maximale blootstelling aan de straling”. Einde citaat.

Begin citaat; ,, Het voorkómen van risico’s heeft in het overheidsbeleid een plek gekregen. Ervaring heeft namelijk geleerd dat preventie niet alleen bijna altijd goedkoper is dan saneren, maar ook dat maatschappelijke onrust kan worden voorkomen. Een goed voorbeeld hiervan is het in het stadium van planontwikkeling rekening houden met externe veiligheidsrisico’s”. Einde citaat.

Begin citaat; Voorts wordt voorzorg gezien als strategie voor risicomanagement, indien er gegronde redenen zijn om te vrezen dat potentiële gevaren het milieu of de gezondheid van mensen, dieren en planten zouden kunnen aantasten, maar beschikbare gegevens geen uitvoerige risico-evaluatie mogelijk maken”. Einde citaat.

5)
Op 25 januari 2002 adviseert minister Pronk om, tot nader rijksbeleid is geformuleerd, zoveel mogelijk te voorkomen dat nieuwe situaties ontstaan waarbij sprake is van langdurige blootstelling van kinderen aan magnetische velden van bovengrondse hoogspanningslijnen van meer dan 0,4 microtesla.
Minister Pronk spreekt dan al van beleid en niet over regelgeving.
O.a. voor de gemeente Utrecht was dit aanleiding om een hoogspanningsverbinding ondergronds te laten aanleggen.

6)
Op 5 september 2002 komt het bestemmingsplan Hoofddorp Floriande Zuid tot stand.
Het is een globaal eindplan dat derhalve uitstekend geschikt is voor Floriande omdat een hoge mate van flexibiliteit gewenst is binnen de marges van het plan.
Veranderingen en/of aanpassingen kunnen dus moeiteloos plaatsvinden omdat ze nog niet tot in detail zijn uitgewerkt en door aanpassing van de verkaveling of van het type te realiseren woningen het gebied binnen de 0,4 mT contour onbebouwd kan blijven terwijl toch het geplande aantal woningen zal kunnen worden gerealiseerd.

7)
In januari 2004 verschijnt het beleidsdocument “Nuchter omgaan met risico’s. Beslissen met gevoel voor onzekerheden.” Er wordt een nadrukkelijk beroep gedaan op de plaatselijke overheden om, aansluitend op NMP4, het voorzorgsprincipe toe te passen.
Als beleidsdoel is gesteld dat er zo weinig mogelijk nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig worden blootgesteld aan magneetvelden van bovengrondse hoogspanningslijnen.
Het beleidsdocument is, door toenmalig staatssecretaris Van Geel, opgesteld is nauwe samenspraak met provincies, gemeenten en elektriciteitsmij’en.

8)
In oktober 2005 komt staatssecretaris van Geel met een beleidsadvies naar buiten waarin het bovengenoemde beleidsdoel nader wordt ingevuld.
Van Geel adviseert om bij de vaststelling van streek- en bestemmingsplannen en van de tracés van hoogspanningslijnen, dan wel bij wijziging in bestaande plannen of van bestaande hoogspanningslijnen, zo veel als redelijkerwijs mogelijk is te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen (0-15 jaar) langdurig verblijven in het gebied rond hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde van het magneetveld hoger is dan 0,4 mT. (magneetveldzone)
Daarbinnen geen woningen, scholen, crėches en kinderopvangplaatsen bouwen.
Van Geel schrijft bij het advies aan de gemeentes; ,, Ik heb gekozen voor het instrument van een advies en niet voor aanvullende regelgeving omdat u ook in de huidige situatie reeds voldoende mogelijkheden heeft om uw eigen verantwoordelijkheden waar te maken”.

Magneetveldzone.
De magneetveldzone is de strook grond die zich aan beide zijden langs de hoogspanningslijn uitstrekt en waarbinnen het magneetveld gemiddeld over een jaar genomen hoger dan 0,4 mT is of in de toekomst kan worden.
Het magneetveld is afhankelijk van een aantal eigenschappen van de lijn. Een belangrijke bepalende eigenschap is de capaciteit van de lijn. Deze op zijn beurt wordt weer bepaald door het spanningsniveau van de lijn en de stroomsterkte die door de lijn kan lopen.

Indicatieve zone.
Is de magneetveldzone berekend op basis van een aantal vaste statistische gegevens en dus niet door een preciese (ingewikkelde) en dus dure meting ter plaatse.
Ze zijn in eerste instantie bepaald, in samenwerking, door KEMA, RIVM en TenneT.
Voor een 150kV lijn is de indicatieve zone vastgelegd op 2 maal 80 meter.
Voor een 380kV lijn is de indicatieve zone vastgelegd op 2 maal 125 meter.

Indicatieve zone nader door TenneT berekend.
Omdat netbeheerder TenneT achteraf toch niet zo tevreden was met de conservatieve aannames waarop de indicatieve zone was berekend, heeft TenneT een hercalculatie uitgevoerd voor alle 220kV en 380kV lijnen op basis van meer gegevens.
Deze “verbeterde indicatieve zones” zijn door het RIVM opgenomen in een netwerkkaart waarop elke gemeente kan nazien met welke zonebreedte rekening gehouden dient te worden.


Voorbeelden van verbeterde indicatieve zones op de RIVM netwerkkaart;
Vijfhuizen-Haarlemmermeer-150kV-tweemaal 80 meter.
Haarlemmermeer-Sassenheim-150kV-tweemaal 80 meter.
Geertruidenberg-Eindhoven-380kV-tweemaal 150 meter.
Geertruidenberg-Kreekrak-380kV-tweemaal 160 meter.
Hengelo-Doetinchem-380kV-tweemaal 135 meter.

Specifieke zone.
Is de meer preciese magneetveldzone zoals deze door een door RIVM opgestelde handreiking gemeten en gecalculeerd kan worden.
Omdat het magneetveld per dagdeel wisselt en het gaat om het jaargemiddelde, is de meting niet eenvoudig en dient door bijvoorbeeld KEMA of TNO te worden uitgevoerd.
In feite is de breedte van de zone groter als er veel stroom wordt gebruikt en krimpt de zone weer in als men gaat slapen en er dus geen stroom wordt afgenomen.
Het hanteren van een indicatieve zone is dus eigenlijk de veiligste weg.


9) In Floriande is uitsluitend rekening gehouden met de zogenaamde zakelijke rechtstrook van tweemaal 27,5 meter. In Lisserbroek ??
Deze strook heeft niets te maken met magnetische velden maar is een veiligheidszone aan weerszijden van een hoogspanningslijn die bepaald wordt op grond van het risico van draadbreuk, vallend ijs, omvallende masten etc. De breedte van de zakelijke rechtstrook hangt af van de mastconfiguratie, spanning van en stroom door de lijn.
Er is geen rekening gehouden met magnetische straling anders zou er;

a) Overeenkomstig de indicatieve zone opgave aan weerszijden van de bestaande lijn een zone zijn vrijgehouden van 80 meter of
b) Er zou een preciese meting zijn verricht waarbij de specifieke zone zou zijn vastgesteld die aannemelijkerwijze aanzienlijk meer zou hebben bedragen dan de 27,5 meter van de zakelijke rechtstrook.

In Lisserbroek (Lisserveld) zijn Timpaan e.a. recentelijk met nieuwbouw gestart.
De situatie ter plekke tart, c.q. is in flagrante contradictie met, elk gegeven ministrieel advies. Een uitstekend voorbeeld van risicomanagement op zijn slechtst.

10)
Vragen.
a) Gegeven de rapporten in 2000 (Gezondheidsraad) en in 2001 (RIVM) gecombineerd met de inhoud en strekking van het NMP4, waarom heeft de gemeente in Floriande niet het voorzorgsprincipe toegepast ?
b) Gegeven het bijkomende advies van minister Pronk in januari 2002, waarom heeft de gemeente dan toen niet besloten om het voorzorgsprincipe toe te passen?
c) Gegeven het beleidsdocument ‘Nuchter omgaan met risico’s van januari 2004, waarom heeft de gemeenteraad toen nog steeds niet het voorzorgsprincipe toegepast.
d) Gegeven de adviserende nota Van Geel van oktober 2005, hoe kan het dan toch zijn dat de gemeente nog steeds woningen, scholen, crėches en kinderopvangplaatsen bouwt in Floriande en in Lisserbroek waarbij van het toepassen van de door Van Geel geadviseerde indicatieve zone in het geheel geen sprake is.
e) Hoe kan het zijn dat nieuwe bewoners nooit en te nimmer door de gemeente en/of de projektontwikkelaar zijn gewaarschuwd voor de gevolgen van het wonen naast hoogspanningslijnen? Noch in Floriande, noch in Lisserveld?
f) Naar mijn gegevens heeft de GGD Haarlemmermeer op eigen initiatief en te hooi en te gras wat metingen verricht in Floriande en de uitkomsten aan de gemeente ter beschikking gesteld. Is dat juist? Wat waren de uitkomsten? Zijn de uitkomsten bekend gemaakt?
g) Waarom heeft de gemeente de GGD niet om metingen gevraagd op grond van de wet collectieve preventie volksgezondheid ? Medisch milieukundige zorg is toch een taak van de gemeente.
h) Heeft de gemeente wel metingen verricht in Lisserbroek?
i) Weet de gemeente dat, ook als er nu nauwelijks stroom door de verbinding Haarlemmermeer-Sassenheim loopt, de gemeente toch een indicatieve zone dient te handhaven van tweemaal 80 meter omdat het beleidsadvies van Van Geel spreekt over een norm van maximaal 0,4 microTesla nu of in de toekomst?
Randstad 380 projekt.

Ik wijs alle geïnteresseerden op weblog
http://tennethoogspanning380kv.blogspot.com/
Deze weblog geeft uitgebreide informatie over dit projekt en de stand van zaken tot nu toe.
U treft er ook informatie aan van de vele voordelen indien een hoogspanningslijn ondergronds met toepassing van het gelijkstroomprincipe wordt aangelegd.
Eveneens kunt u er lezen wat de minister zei op het recente nota-overleg met de Vaste Commissie.
Nogmaals voor alle duidelijkheid; Er is een bestaande 150kV lijn die blijft en er komt een 380kV lijn extra bij.

De situatie van vandaag is dat de Tweede Kamer de minister toestemming heeft gegeven om verder te gaan op de door haar, in PKB deel 3 beschreven, ingeslagen weg hetgeen wil zeggen dat de minister wat de passage door de Haarlemmermeer betreft gekozen heeft voor de westelijke route. De bedoeling is om zoveel als mogelijk het traject te volgen van de bestaande 150kV lijn waarbij de lijn uit Floriande zal verdwijnen en verplaatst wordt naar de Boseilanden. Floriande is daarbij dus verlost.
De 150kV en de 380kV kabels zullen samen bovengronds aan nieuw te ontwerpen masten worden gehangen en via Boseilanden een route volgen ten westen van de N205 (Drie Meren Weg) waarna de 380kV langs de N207 een zo direkt mogelijke weg naar de HSL/A4 zal volgen richting Zoetermeer.
De 150kV verlaat de combinatie bij de N207 en vervolgt zijn normale route over Lisserveld naar Sassenheim.

HET IS NU AAN U EN AAN DE RAAD OM TE BEPALEN WELKE HOUDING B&W VANAF NU MOETEN INNEMEN.
LEES OP DE WEBLOG: ,,HET WOORD IS AAN DE RAAD”.

vrijdag 16 november 2007

OPROEP AAN ALLE FRAKTIES OM OP 22 NOVEMBER A.S. EEN KINDVRIENDELIJK STANDPUNT IN TE NEMEN.


U kunt in mijn weblog lezen dat de routerings- wens van B&W om de nieuwe en extra hoogspanningsleiding langs het oosten van Hoofddorp te laten lopen, via een eigen ontworpen variant, door de minister is afgewezen.

Als doekje voor het politieke bloeden is de minister wel bereid om de oostelijke variant die in juli 2007 al door het kabinet is afgewezen, en die voor B&W ook niet acceptabel was, opnieuw te bekijken.

Wethouder Bezuijen, die van B&W een mandaat heeft om dit zogeheten Randstad 380 projekt te behandelen, wil toch blijven lobbyen maar doet dat dan in feite tegen beter weten in, omdat de minister op 5 november j.l. van de kamer toestemming heeft gekregen om met de PKB verder te gaan en in haar standpunt overduidelijk was.

Zelfs in het geval dat de, door de gemeente al eerder niet gewenste en al door het kabinet afgewezen oostelijke variant, plotseling toch door de gemeente en het rijk wordt geaccepteerd is er een geweldig probleem t.w.

De bestaande 150kV lijn in Floriande blijft dan bestaan met alle gevolgen voor de inwoners vandien. Laten we daarbij niet vergeten dat deze lijn bovendien recht boven de starterswoningen in Lisserveld hangt.

Ik verzoek de raadsleden om mijn petitie op dit weblog nog eens te lezen en met mij te concluderen dat B&W zich vanaf nu beter kan concentreren op de door het kabinet gewenste westelijke route.

De lobby van wethouder Bezuijen kan zich dan richten op het ondergrondse HVDC systeem.
Ik geef de wethouder in overweging om het initiatief te nemen tot een gezamenlijk overleg met alle gemeentes langs de route en met de provincies Noord- en Zuid Holland die zich allen al lang hebben uitgesproken voor een ondergrondse route met toepassing van nieuwe technologie,en die daarbij gesteund worden door het lid van de Vaste Commissie, ingenieur Diederik Samson.

Ik wijs alle fractievoorzitters op de uitspraken die zij in het openbaar deden tijdens de Algemene Beschouwingen op 1 nov. j.l.

VVD
,,In deze algemene beschouwingen staat de MENS centraal en hebben wij dat als insteek genomen."

SP
,, Ik ben me er maar al te bewust van dat ik deel uitmaak van deze raad. En toch vraag ik mij af in hoeverre wij ons, als raad, het afgelopen jaar niet een beetje als schoothondje van het college hebben laten leiden."

PvdA
,, De PvdA maakt zich sterk voor mensen. De omgeving waarin je woont en werkt bepaalt hoe je je voelt. Wij vragen nadrukkelijk aandacht voor de doelgroepen starters en senioren."

HAP
,,Het zijn je beste vrienden die je erop wijzen dat je oren vies zijn. Alle anderen nodigen je slechts uit voor een pilsje en vertroebelen je blik."

GroenLinks
,, Kinderen hebben recht op een veilige en gezonde omgeving waarin zij zich vrij kunnen bewegen. GroenLinks wil daarom bij de ruimtelijke inrichting hun belangen vooropstellen."

D66
,,So You Wanna Be een topgemeente? Soms hebben wij het gevoel dat echt brede informatie van buiten te laat wordt aangereikt. Hierbij wil ik met name noemen ..... een hoogspanningsleiding hier en een hoogspanningsleiding daar..."

Christen Unie SGP
,, De vraag die ik stel is; Voelen wij ons volledig veilig en zijn we gelukkig?"

CDA
Het is fijn om in Haarlemmermeer te wonen, te werken en te recreeren. Laten we er ons samen voor inspannen om dit zo te houden en waar mogelijk nog te verbeteren."

---------------------

Prachtige woorden allemaal. Brengt u ze nu dan in praktijk?

Reakties zijn van harte welkom op a.roodenrijs @quicknet.nl

dinsdag 13 november 2007

VRAGEN VIA Ir SAMSON (PvdA) AAN DE MINISTER.

Heer Ir. D.Samson
Tweede Kamer (PvdA)


Geachte heer Samson,

Met genoegen heb ik u aangehoord tijdens het nota-overleg op 5 november j.l.
Het was opvallend dat u de enige was die met verstand van zaken sprak en dat zelfs de minister antwoorden gaf die gebaseerd waren op foutieve informatie.

Ik maak me zorgen dat Tennet, als een ZBO, geen of gekleurde informatie aan de minister heeft gegeven over met de name de mogelijkheden van het HVDC Light systeem dat in feite een perfekte oplossing is voor de Noordring van het Randstad 380 project.

Art 20 van de Kaderwet zegt dat informatie aan de minister alleen op aanvraag wordt verstrekt en ik ben bang dat de minister (te) weinig heeft gevraagd en/of de verkeerde vragen heeft gesteld.


TenneT is als ZBO niet ondergeschikt aan de minister en ook voor de Kamers is het daardoor moeilijk haar controlerende taak uit te oefenen.

Indien de verkeerde vragen worden gesteld, ontvangt men uiteraard ook de verkeerde antwoorden.

Opvallend was het antwoord van de minister dat het HVDC systeem zelfs duurder uitvalt dan het ondergronds brengen van wisselstroomkabels.
Deze bewering kan niet juist zijn en/of alleen zijn voortgekomen uit een onjuiste prijsaanvraag door TenneT gedaan bij 2 producenten.

TenneT heeft er naar alle waarschijnlijkheid geen enkele behoefte aan om dit uitstekende en revolutionaire gelijkstroomsysteem toe te passen, temeer daar TenneT momenteel bezig is met het ontwerp van een speciale mast.


Dat een eerder prototype al is mislukt is kennelijk niet bekend bij de minister.
Het is nog maar zeer de vraag of Tennet in staat is om een mast te ontwerpen die aan de gevraagde magneetveldzone van max 75 meter kan voldoen.
Een zone die toevalligerwijze overeenkomt met de zakelijke rechtstrook.

Overigens is o.a in de Haarlemmermeer een zogenaamde combimast voorzien. Deze masten hebben momenteel een, door Tennet verbeterd vastgestelde indicatieve zone van gemiddeld twee maal 200 meter !!


U begrijpt dat een specifieke zone dan echt niet minder zal zijn dan tweemaal 150 meter met alle negatieve gevolgen voor p.e. voorgenomen nieuwbouw vandien.
De combimast zal veel gebruikt dienen te worden gezien het feit dat het kabinet opteert voor het volgen van een bestaand 150kV trace.

Alle gemeenten langs de Noordring evenals de provincies NH en ZH hebben een voorkeur uitgesproken voor kabels en hebben zich daarbij grotendeels gebaseerd op de informatie van de leidinggevende producent ABB.
Ik kan me niet voorstellen dat tientallen ambtenaren zich hebben vergist en iets vragen dat in feite onbetaalbaar is. U wel?

ABB, dient zich sedert enige weken "koest" te houden en dat op dringend verzoek van TenneT.
Uiteraard geven zij hieraan gehoor omdat TenneT voor hen een enorm grote klant is van het zogenaamde HVDC Classic systeem dat Tennet toepast bij Norned en Britned.
Ik zet mijn vraagtekens bij deze houding van TenneT.

Mijn vragen zijn c.q. uw vragen aan de minister zouden kunnen zijn;

1) Welke vragen zijn er aan TenneT gesteld over het HVDC systeem en wat waren de antwoorden?

2)Heeft TenneT zich uitgebreid laten voorlichten over het HVDC systeem alvorens de minister te antwoorden?
2a) Heeft de Vaste Commissie HVDC voorlichting ontvangen van een onafhankelijke partij? Zo ja, welke?

3) Welke 2 bedrijven hebben aan TenneT een offerte uitgebracht en hoe luidde de aanvraag van Tennet? Bijvoorbeeld gehele Noordring ondergronds? U weet dat vanaf 60% de prijs, naar opgave van de producent, in principe gelijk is aan bovengronds. De inhoud van de aanvraag en de wijze waarop de aanvraag is opgesteld is hier van enorm belang.

4) Welke faktoren heeft de minister verder in het prijsvergelijk laten meewegen om tot haar conclusie te komen?

5) Zijn de minister de vele voordelen bekend van HVDC in vergelijking met AC ?

Het was vreemd om tijdens het nota-overleg van de minister te moeten horen dat HVDC straling zou veroorzaken.

6) Weet de minister van de grote problemen bij het ontwerp van de nieuw zogenaamde M-compactmast?

7) Begrijpt de minister dat indien er sprake is van een combimast (die nergens ter sprake komt) de magneetveldzone 2 maal ca 200 meter zal moeten zijn?

8) Beseft de minister dat er aanemelijkerwijze zeer veel combimasten binnen het Randstad projekt nodig zijn met alle ruimteverlies vandien?

9) Weet de minister dat TenneT druk heeft uitgeoefend op de direktie van ABB om het
HVDC systeem geen verdere bekendheid meer te laten geven via bijvoorbeeld hoorzittingen die aktiegroepen organiseren?
De ABB directie heeft, bang gemaakt door TenneT haar verantwoordelijke personeel "teruggefloten."

10) Kan de minister aangeven waarom TenneT deze zeer laakbare houding heeft ingenomen?

Dit waren zo enige vragen van mijn kant.
De komende maanden zal er een keuze gemaakt moeten worden voor bovengronds of ondergronds. De antwoorden zijn nodig om tegengas te kunnen geven.
Dit "spel" moet ook door TenneT eerlijk worden gespeeld.
Voorkomen moet worden dat TenneT de bevolking (voorlopig nog) ten onrechte een systeem onthoudt dat op alle fronten alleen maar voordelen heeft.


Ik hoop dat u de nodige aandacht aan dit bericht wilt geven en zie uw antwoord graag tegemoet. (Overigens, alle correspondentie wordt op mijn weblog gepubliceerd of u moet daar bezwaar tegen maken).


Hoogachtend.

A.J.M.A. Roodenrijs
Tonnekamp 8
2157 PN Abbeneshttp://tennethoogspanning380kv.blogspot.com/

zondag 11 november 2007

Laat weten wat je wil. Kom op voor de kinderen en neem geen risico.

Stuur een email naar a.roodenrijs@quicknet.nl en zeg dat je het met het onderstaande eens bent.

Schrijf in uw email;
Ik ben het eens met wat de heer Roodenrijs in zijn bericht van 11-11-2007 schrijft.
Naam - adres.

1) Ik ben tegen de oostelijke route van de bijkomende 380.000 volt hoogspanningslijn omdat dat betekent dat de huidige 150.000 volt hoogspanningslijn blijft waar die momenteel loopt en dat is al veel te dichtbij scholen, woningen en kinderdagverblijven in Floriande en Lisserveld.
2) Ik wil dat de gemeente er, merkbaar, alles aan doet om te bereiken dat de regering besluit om de huidige 150.000 volt lijn en de bijkomende 380.000 volt lijn samen ondergronds te laten lopen door de westflank van onze polder.
3) Ik wil dat de gemeente contact zoekt met alle gemeentes langs de route en met de provincies Noord- en Zuid Holland die de lijnen ook onder de grond willen zien, om samen druk uit te oefenen op het kabinet door het sturen van een gezamenlijk protest aan de minister van EZ.

Wie niet reageert verliest zijn recht van spreken toch?

vrijdag 9 november 2007

Zonder ook maar een enkele mededeling vooraf aan Guus Roodenrijs vertrok men vol vertrouwen naar Den Haag.

Ik was totaal verrast toen deze delegatie, geheel onverwacht kwam opduiken uit Hoofddorp, maar was wel zo beleefd om hen uit te nodigen mee naar binnen te gaan om aanwezig te kunnen zijn bij de overhandiging van mijn petitie.
Zou ik dat niet hebben gedaan, dan zouden de heren buiten hebben moeten wachten tot zij konden plaatsnemen op de publieke tribune.





Ik heb de heer Weterings zelfs, na het aanbieden van de petitie, uitgenodigd om ook zijn zegje te doen.
Dat het streven van de gemeente niet mijn streven is, is iedereen bekend.

Jammer dat er niet eens een klein bedankje af kon. Zo ga je niet met mensen c.q. inwoners om en eigenlijk zou dit trio zich een beetje moeten schamen. Wie weet komen de verontschuldigingen nog.

Dat men, toen men bij de eerste schorsing van het nota-overleg om 13.30 uur zonder even gedag te zeggen weer richting Raadshuis vertrok, is tekenend voor B&W Haarlemmermeer dat wel zegt dat burgerparticipatie hoog in het vaandel staat, maar de eerste beginselen ervan nog niet eens onder de knie heeft.



De donkere wolken pakten zich op 5 november al snel samen boven de hoofden van de burgemeester en de twee wethouders toen bleek dat minister van der Hoeven overduidelijk tot uiting bracht dat zij het alternatieve plan van de gemeente in het geheel niet wenste te accepteren.


Toen ik, zoals op de foto te zien is, mijn blik naar boven richtte, had ik kennelijk al een voorgevoel dat het voorstel van de gemeente niet geaccepteerd zou worden.

,, Wanneer valt het gemeentelijke muntje denkt U"


donderdag 8 november 2007

Wat de minister exact zei over de oostelijke variant die de gemeente graag wilde maar niet kreeg.



Letterlijke weergave uit de notulen van het nota-overleg op 5 november 2007 tussen minister van der Hoeven en de Vaste Commissie EZ over het Randstad 380 project.


Minister van der Hoeven.
Combineer met andere infrastructuur. Op een groot deel van het traject kan de nieuwe verbinding worden gecombineerd met de bestaande 150 kV-verbinding, al is het op nieuwe masten. Wij zijn toen uitgekomen op vijftien verschillende zoekgebieden. De Kamer heeft het globale zoekgebied gezien. Tijdens de inspraak over het gekozen zoekgebied is naar voren gekomen dat er met name bezwaren zijn tegen de keuze om globaal zoekgebied te kiezen ten westen van Hoofddorp. Daarop concentreerde zich eigenlijk ook de inbreng van de Kamer. De insprekers willen liever een tracé oostelijk van Hoofddorp, want dan kunnen onder andere woonwijken worden vermeden.

Nu is er een voorstel voor een andere variant op tafel gelegd. Ik ben blij dat ik het kaartje van de heer Samsom heb, want anders is het een beetje lastig. Ik zal zeggen wat daarvan het probleem is. Als wij die variant erin op zouden moeten nemen, dan betekent dit dat wij de voorliggende PKB niet kunnen vaststellen. Deze variant gaat namelijk veel verder dan in eerste instantie als zoekvariant is meegenomen. Dat is dus de consequentie van het voorstel van de heer Samsom. Hij mag rustig weten dat ik dat een lastige vind en dat moet hij ook een lastige vinden, want hij heeft mijn voorganger vorig jaar nog op het hart gedrukt om op te houden met het gezeur en niet meer uit te stellen, maar eens op te schieten met die procedure.

Ik zie het probleem echter wel. Daarom wil ik wel kijken of ik in de PKB een oostelijk zoekgebied kan opnemen dat er in ieder geval niet toe leidt dat wij die PKB niet kunnen vaststellen.
Dat betekent dat het plaatje van de heer Samsom (het alternatief van de gemeente red.) niet kan, omdat dit buiten de varianten gaat zoals deze een keer aan de orde zijn gekomen.
Je moet dan opnieuw beginnen met de inspraak. Dat is het probleem. Een oplossing zou dus kunnen zijn dat ik een oostelijke verbinding als variant bekijk, zodat wij die in de vervolgprocedures meenemen. Dan kan het wel, maar dan moet het zich wel afspelen binnen de bandbreedte die deze PKB op dit moment laat zien. Als de heer Samsom daar buiten gaat, dan kan het niet.

De heer Samsom (PvdA): Dat is dan wel een beetje het zoeken van de kwadratuur van een cirkel. Ik moet nu wel een veel groter kaartje uitvouwen.
De bandbreedte die de minister aangeeft in de PKB, staat de oostelijke variant niet toe. Als zij zegt dat zij binnen de bandbreedte gaat zoeken naar de oostelijke variant, dan is dat het zoeken naar de kwadratuur van een cirkel. Die bestaat namelijk niet.

Minister Van der Hoeven: Dat begrijp ik. Wij moeten in ieder geval geen nieuwe startnotitie MER hebben, omdat mensen dan in het vervolg van de procedure kunnen zeggen dat wij onzorgvuldig hebben gehandeld. Dat kan niet, want dan worden wij terugverwezen en dat moeten wij ten enenmale zien te voorkomen. De oplossing moet zodanig zijn dat het past binnen de strategische milieubeoordeling en de habitattoets.
De bestaande varianten A1.1 en A1.2 zitten aan de oostkant. Dat bedoelde ik, want dat is meegenomen in de strategische milieubeoordeling en de habitattoets. Als het zich daarbinnen afspeelt, dan zeg ik oké. Op het moment dat het daarbuiten gaat en wij een nieuwe startnotitie MER moeten hebben, dan zetten wij de zaak stop.
Dat kunnen wij ons niet permitteren. Het kaartje van de heer Samsom zou eigenlijk in overeenstemming moeten zijn met A1.2. Als hij daar nog even naar wil kijken, dan kunnen wij er misschien in de tweede termijn op terugkomen. Dat zou een oplossing kunnen bieden.

De heer Van Leeuwen (SP): Ik ben altijd in voor snelle en simpele oplossingen, maar ik heb nog een vraag. Volgens mij is het formeel zo dat de Eerste en Tweede Kamer zich uitspreken over de PKB en dat pas daarna allerlei zaken kunnen worden opgestart, zoals het vervolgtraject, de besluitvorming, maar ook: de MER.
De MER en de startnotitie zijn nu al in elkaar geschoven. Dat kan ik mij voorstellen uit oogpunt van het belang van de voortgang, maar u zegt dat wij, als wij nu iets wijzigen, de MER opnieuw moeten doen. Dat vind ik een raar argument. Het kan wel zo zijn, maar in de formele volgorde had u de voorsprong door het in elkaar schuiven dus niet kunnen nemen. Ik begrijp de werkwijze, maar ik vind het raar dat dit nu als argument wordt gebruikt.

Minister Van der Hoeven: Het is van tweeën één. U stuurt de minister naar huis, zoals vorig jaar is gebeurd, met de boodschap: schiet een beetje op en zorg ervoor dat je de zaken versnelt waar dat kan, of --en dat zegt u --de Kamer wil dat de zaken uit elkaar worden getrokken. Dat betekent wel dat dan de vorige boodschap aan de minister ongedaan wordt gemaakt. Aan de non-verbale reactie van uw collega’s zie ik dat dit niet de bedoeling van de Kamer is.

Mevrouw Neppérus (VVD): Ik kan mij heel goed voorstellen dan de minister er nu op wijst dat de Kamer eerst op spoed heeft aangedrongen. De zaak heeft ook spoed,
maar ik wil graag weten wat naar het oordeel van de minister de ruimte is voor het meenemen van de oostelijke variant, voordat er weer nieuwe procedures plaatsvinden.

Minister Van der Hoeven: Ik denk dat het goed is om daar tijdens de schorsing tussen de eerste en de tweede termijn even naar te kijken. De basis daarvoor zou inderdaad variant A1.2 uit de habitattoets moeten zijn. Als wij dat als uitgangspunt kiezen, komen wij er misschien uit.

Minister Van der Hoeven: Voorzitter. Het is belangrijk dat wij goede afspraken maken over het tracé rond Hoofddorp. Ik kom de Kamer tegemoet door een variant A1.2 toe te voegen aan het zoekgebied. Ik hoop dat wij op deze manier een oplossing kunnen bieden voor het probleem waarmee Hoofddorp/Haarlemmermeer zit. Ik kan echter niet garanderen dat dit een oplossing is die iedereen bevredigt, want wij blijven gebonden aan de bundeling met de A4.
Als wij die zouden loslaten, zou er een nieuwe SMB-rapportage moeten komen. Ik heb begrepen dat de Kamer dat niet wil, omdat wij de zaak daarmee op achterstand zetten. De nieuwe variant biedt niet exact waar Hoofddorp/Haarlemmermeer om heeft gevraagd. Die wensen gaan inderdaad veel verder.


Opmerking van Guus Roodenrijs.

Iedereen die dit leest zal begrijpen dat het totaal geen zin meer heeft om, zoals wethouder Bezuijen dat toch wil doen, te lobbyen voor de gemeentelijke oostelijke variant.
Lees a.u.b. ook mijn bericht ,, Wordt de gemeente nu verstandig? (6 november)
De oostelijke variant die de minister zegt te willen onderzoeken is de oude variant die door het kabinet is afgewezen en ook B&W wil deze variant niet anders had B&W natuurlijk geen duur alternatief op papier laten zetten.
Van belang is om te beseffen dat, stel B&W wil die oude variant nu ineens wel en het kabinet komt terug op haar beslissing, dan de huidige 150kV lijn door Floriande, door toekomstige nieuwe woongebieden en over Lisserveld gewoon blijft.
We hebben dan 2 hoogspanningslijnen door Haarlemmermeer.
Vandaar mijn voorstel aan de Raad en aan B&W; Accepteer de westelijke variant maar doe er met spoed alles aan, in samenwerking met andere gemeenten langs de route, om tot een geheel ondergrondse uitvoering te komen. Ook de provincies NH en ZH zijn voor ondergronds.
Reacties graag naar a.roodenrijs@quicknet.nl


maandag 5 november 2007

OOSTELIJKE VARIANT GEMEENTE AFGESERVEERD.

De alternatieve route langs het oosten van Hoofddorp, die de gemeente in een duur rapport heeft laten uitwerken, is vandaag door de minister afgewezen.
De reden is dat het alternatieve plan van de gemeente niet past binnen de bandbreedte van globale oostelijke route die het kabinet als alternatief A1.2 had vastgesteld, heeft onderzocht maar heeft laten vallen. Zoals bekend koos het kabinet voor de westelijke passage door Haarlemmermeer.

Indien de minister het alternatief van de gemeente toch zou overnemen, dan zou er een geheel nieuwe inspraakprocedure moeten volgen voor de SMB en Habitattoets hetgeen veel te lang zou gaan duren. Ook de pkb's en de m.e.r. startnotitie zouden moeten worden aangepast hetgeen het urgente Randstadprojekt zou terugwerpen in de tijd. Tijd die de minister niet heeft.

De minister is wel bereid om het oostelijk langs Hoofddorp gaande alternatief A1.2 mee te nemen in de vervolgprocedures hetgeen beschouwd kan worden als een politiek doekje voor het bloeden.
Het is totaal niet te verwachten dat hier nog iets uitkomt.
Enerzijds omdat het kabinet zich al eerder gemotiveerd tegen de A1.2 variant heeft verklaard, en anderzijds omdat de gemeente deze variant ook niet wenst. (vandaar dat dure rapport met de alternatieve route)

De kosten van het rapport (ca 43.000 euro) zijn dus tevergeefs gemaakt en in feite was dit, gezien de negatieve gevolgen voor de door het door het kabinet vastgestelde planning, ook te verwachten.
De gemeente had het standpunt van de minister kunnen voorzien en had zich (en u en mij) de kosten van een duur rapport en een 30.000 euro kostend lobbybureau kunnen besparen
.

De minister vroeg en kreeg het accoord om verder te gaan met de PKB procedure.

Omdat bij de A1.2 variant het verdwijnen van de bestaande 150kV lijn uit Floriande aannemelijkerwijze niet zal doorgaan, zou het de gemeente sieren om de A1.1 variant door de Westflank te accepteren en met mij te streven naar het ondergronds brengen van de 150kV en 380kV samen.

Reacties welkom op a.roodenrijs@quicknet.nl

zondag 4 november 2007

REAKTIE OP DE NOGAL "JANTJE VAN LEIDEN" ANTWOORDEN VAN DE MINISTER.

1+2
-Er wordt alleen gesproken over verbruikscijfers in Noord- en Zuidholland.
Kan de minister de ex- en importcijfers kwantificeren van de geliberaliseerde producenten m.a.w hoe groot zijn de “langsgaande transporten met andere eindbestemming”. In hoeverre wil zij blijven meewerken aan deze commerciële activiteiten waardoor de capaciteit van het net (en daarmee landschap en natuur) blijvend onder druk zal blijven staan?
Hoe verhouden zich de verbruikscijfer tot de langsgaande transporten?

-Wat is nu precies de capaciteit van het nieuw geplande net?
-Waarom lezen wij hier niets over? Getallen graag!
-Voor hoeveel jaren is de capaciteit gegarandeerd met dit nieuwe net? Cijfers svp!!

3.
Waarom krijgen producenten van alternatieve duurzame opwekkingsvormen geen voorrang op het nieuwe net?
Hoezo een nieuw net en de aansluitproblemen niet oplossen?

4.
Het in tweede instantie (na de MER) bepalen in hoeverre een eerder gekozen route (PKB4) ondergronds zou moeten is inefficiënt en contra-productief. Een route die als meest efficiënt wordt gewaardeerd in de PKB3 kan zo wel eens de duurste route worden.

Het naar de PKB verwijzen inzake de kosten van ondergronds is merkwaardig. Wie de nota’s goed leest zal tot de conclusie komen dat de minister (lees TenneT) steeds verschillende kosten opvoert t.a.v. ondergronds. Waarom geen transparante begrotingen?
-Hoe kan er besluitvorming in dit land plaatsvinden zonder onderbouwde en gecontroleerde begrotingen? Huidige afweging tussen tracés is een integrale keuze mede gebaseerd op kosten. De verklaring dat bovengronds niet te begroten valt vanwege het ontbreken van een tracékeuze is onbestaanbaar.
-Wederom een (verwachtbare) kostenoverschrijding net als met de HSL?

De verklaring van kostenverschillen is onjuist en misleidend;
Ad 1. Geldt alleen voor wisselspanning ondergronds. Ook hier zijn echter nieuwe technieken.
Ad 2. Ondergrondse aanleg gaat met een snelheid tot 3 km/dag
Ad 3. Bij gelijkstroom (verbinding van de toekomst) is geen blindstroomcompensatie nodig.
Ad 5. Er is veel minder materiaalverbruik en een 5x mindere CO2 impact. Bovendien gebruikt men bij gelijkspanning ondergronds ook aluminium ipv koper.

Hoezo geen gelijkstroom? Magere onderbouwing.
-Het argument ruimtebeslag is voor u als bestuurders het argument om te kiezen vóór ondergronds. Zonebreedte bovengronds 100 m vs. HVDC 6 m. Elke 17 meter bovengrondse lijn nl. kost de ruimte van 1 converterstation (1700m2). Er is dus een ruimteverlies ter grootte van 4588 converterstations in geval van bovengrondse aanleg. HVDC vereist 3 stations voor de gehele Randstadverbinding.
-de minister heeft offertes ontvangen. Waar zijn die in te zien voor een juiste politieke afweging? Waarom geen openheid van zaken?

5+6.
Wederom oneigenlijk gebruik van het argument ruimtebeslag, zie vraag 4.

7.
Schokkende argumentatie. TenneT is dus òf te laat gestart met onderzoek en marktverkenning òf frustreert willens en wetens alternatieven. Bovendien zijn genoemde componenten alleen van toepassing bij ondergronds middels wisselspanning.

9.
-1 ring is geen argument; er zijn deskundigen die aangeven dat 1 ring voldoende is.
-2 ringen kunnen worden gemaakt door een extra aanlandingspunt te maken en vervolgens ondergronds naar Zoetermeer te gaan.
-“dwars door de duinen” kan ook zijn “ondergronds door de duinen” iets minder drama graag.
-Hoezo “landurig proces” en “kostbaar”: argumenten en cijfers graag!!
-Met een extra ondergrondse aantakking voldoet onderzeese aanleg wel aan de doelstellingen van het traject dus is een kostenvergelijking wel zinvol.
-Wederom wordt hier een afweging gemaakt niet gebaseerd op feiten en cijfers.

10.
-Waarom betrekt de minister geen geïoniseerd fijnstof in haar antwoord? Dit effect is merkbaar tot 600 meter benedenwinds van bovengrondse hoogspanningslijnen. Huidige aannames voor deze risico’s zijn nog beperkt. Voorlopig onderzoek wijst op ernstiger gevolgen voor gezondheid.
-Er is een “redelijk consistente associatie tussen het voorkomen van leukemie bij kinderen en het wonen in de nabijheid van bovengrondse elektriciteitslijnen” (Gezondheidsraad).
-“Voor de Nederlandse bevolking is onvoldoende bekend hoe groot de blootstelling aan het totaal aan bronnen van extreem laagfrequente magnetische velden is het verdient daarom aanbeveling deze blootstelling nader te onderzoeken” (bron RIVM).
-Wat zijn eigelijk de risico’s voor volwassenen; is daar onderzoek naar gedaan?
-Waarom betrekt de minister de uitspraak van de Raad van State van 19-09-2007 niet in haar beantwoording (sportvelden onder hoogspanningsverbindingen).

11.
-Heeft de minister deze “meerkosten” ook betrokken in de kostenbepaling van ondergronds (zie 4)

12.
-plaatsen waar de verblijftijd vergeleken met wonen als beperkt kunnen worden beschouwd komen in een ander daglicht te staan n.a.v. de uitspraak van de Raad van State van 19-09-2007. Dat is een “schadepost” waar geen rekening mee is gehouden.
-ondergrondse aanleg levert een trajectbreedte van 6 meter, zonder straling, geluidsoverlast, waardeverlies onroerend goed etc (gelijkstroom).

16.
In de Engelse wetenschappelijke publicatie: Particle deposition in the vicinity of power lines and possible effects on health (Volume 15 No. 1 2004, Documents of the NRPB) wordt aangetoond dat er door hoogspanning opgeladen fijnstofdeeltjes een 5 tot 6 maal hogere afzetting in de longen plaats vind dan bij niet opgeladen deeltjes. Personen wonende benedenwinds van hoogspanningslijnen hebben 20 tot 60% meer stofdeeltjes in de longen bij een gering coronaeffect. Effect merkbaar tot 600 meter van de verbinding.

17.
Waarom dan wel bovengrondse doorsnijding van Midden-Delfland (A1.1) een landschappelijk kwetsbaar gebied en hoe verhoudt dit zich met “Mooi en Vitaal Midden-Delfland, een project waar de overheid miljoenen insteekt?

18.
Het kan niet vaak genoeg gezegd worden; ondergronds (gelijk)stroom aanleg heeft de toekomst, ABB is gestopt met de in haar ogen ouderwetse bovengrondse techniek.
Lees ook: “Kenmerken van gelijkstroom of wisselstroom hoogspanningsnetwerken (ECN 2004
). Een conclusie:
In enkele landen met ambities wat betreft offshore windenergie – Duitsland, GrootBrittannië – kan de komende 10 jaar een introductie gaan plaatsvinden van HVDC. Studies uithet Verenigd Koninkrijk en Duitsland geven aan dat HVDC niet alleen voordelen kan bieden in termen van lagere kosten van elektriciteitstransport, maar ook vanwege minder sterke koppelingvan netten (en daardoor minder grote kans op grootschalige uitval) en vanwege minder grote milieueffecten (vermijding van bovengrondse hoogspanningsleidingen op land).
Bij TenneT moet de knop nog om.

19+20.
Als de minister zich zorgen maakt over het functioneren van de apparatuur van Schiphol hoe zit het dan met radio, televisie- en telefoonontvangst in de nabijheid van de 380kV lijn elders langs de route?

21.
-Kostenaspect: niet onderbouwd
-Breuk: er is een snel ingebouwd detectiesysteem zodat breuk snel wordt opgespoord en omvangrijke civiele werken overbodig zijn (blz 26 rapport KU Leuven – Randstad HDVC).
De termijnen als genoemd 48 uur vs. twee weken zitten voornamelijk in de lokalisatie bij ondergrondse infrastructuur. Zoals de minister bij vr. 48 reeds stelt beperken storingen ondergronds zich tot graafincidenten en is daarmee lokalisatie geen issue.

27.
-Wat bedoeld de minister met laboratorium onderzoeken?
-Waarom niet het voorzorgprincipe hanteren zolang wetenschappelijke bewijzen ontbreken?
-Wederom geen woord over fijnstof gecombineerd met hoogspanning (zie ook 16)

30.
-Er wordt geen degelijke financiële onderbouwing aangeleverd.

31.
-Wat bedoeld de minister met vervolgtraject? Stelt de minister de definitieve trajectkeuze uit en onderzoekt zij eerst de kosten van de varianten?
- Kostenvergelijking middels een model gebaseerd op ervaringscijfers zegt de minister. Het Wintrack systeem met M-compact mast is experimenteel. Hoe kan hier een begroting worden gemaakt?

34.
De rol van EZ/Financiën t.o.v. TenneT en het project wordt belicht. Nederland kan gerust zijn stelt de minister want de Elektriciteitswet 1998 borgt de publieke belangen. Dit is een drogredenatie. Het Wetboek van Strafrecht zou volgens die redenatie onze samenleving ook borgen maar onze gevangenissen zijn toch echt dichtbevolkt. Wie ziet toe op daadwerkelijke naleving van deze borging?

38.
-Een belevingspsycholoog adviseert lagere (dan wat?) masten met een langere (?) veldlengte om acceptatieproblemen te mitigeren. Deze adviezen staan haaks op een kleine 0,4 µT zone. Dit blijkt ook wel want inmiddels is de hoogte van 45 meter toegenomen tot 55 en zelfs 70! Hiermee zijn mooie wollige beloftes niets waard gebleken.
-Hoe staat het eigenlijk met de ontwikkeling van de M-compact mast? Wat zijn de ontwikkelingsproblemen?

44.
De minister stelt keer op keer dat de referentiekosten van bovengrondse aanleg ontbreken, hoe kan zij dan spreken van meerkosten?

51.
Hoofdpunt van kritiek op de minister tot nu toe is de rol die TenneT krijgt als informatiemonopolist. TenneT is als ontwikkelaar van de discutabele M-compactmast belanghebbende in het proces. In alles blijkt ook deze rol. Alternatieven worden zonder adequate argumentatie ter zijde geschoven. Vele voordelen van een alternatief worden niet benoemd op basis van één nadeel. TenneT bestaat het zelfs een voordeel af te spiegelen als een nadeel (ruimtebeslag van HVDC bijvoorbeeld).
TenneT heeft voor het Wintrack twee webdocumenten, Engelstalig en Nederlands. Het eerste document beschrijft een ander systeem/tijdpad (conventionele materialen/medio 2009) dan het Nederlandse (innovatief composiet/eind 2007). Waarom deze onjuiste Nederlandse voorlichting? Het Engelstalige document vertelt immers de waarheid zoals de geschiedenis leert.
Alle technische/financiële aannames voor Randstad 380 kV zijn gebaseerd op onvolledige en zelfs onjuiste informatie van TenneT. Dit wetende is het onzes inziens verstandig eerst van meerdere kanten informatie te vergaren voor een correct weloverwogen besluit.

vrijdag 2 november 2007

FLORIANDE NU AL WINNAAR ALS DE GEMEENTE TENMINSTE HAAR STREVEN NAAR DE OOSTELIJKE PASSAGE LAAT VAREN !!

Mail dit bericht aub verder aan vrienden en bekenden. We kunnen ieders steun gebruiken.


Vandaag, 2 november 2007, heeft minister van der Hoeven laten weten dat zij het voornemen heeft om de huidige 150kV masten en lijnen weg te halen uit Floriande, en de 150kV lijnen samen met de bijkomende nieuwe 380kV lijnen op nieuwe masten te plaatsen die de westzijde van de N205 (drie meren weg) zal volgen.
Dat is fantastisch goed nieuws voor zeer vele ouders met kinderen.

Dit kan echter niet doorgaan indien de gemeente maar blijft proberen om de 380kV verbinding langs het oosten van Hoofddorp te laten lopen.
Nogmaals de vraag aan B&W: waarom wenst u in godsnaam die oostelijke route en waarom vraagt u uw inwoners om dat in Den Haag te willen ondersteunen?
Waarom geeft u 30.000 euro uit aan een lobbyist en 35.000 euro aan ingenieursbureau Oranjewoud om de minister "om te turnen"?

Zoals al vele jaren het geval is komt de gezondheid van de kinderen in Floriande bij B&W kennelijk nog steeds op de laatste plaats.
Wie het anders ziet, dat geldt ook voor wethouder Bezuijen die het mandaat heeft gekregen van de gemeente om dit project te behandelen, nodig ik uit om mij te emailen (a.roodenrijs@quicknet.nl) of te bellen op 0252-503480.

Ondanks dit eerste succes blijven we streven naar alles ondergronds en ook naar het onder de grond verdwijnen van de 150kV lijnen in Lisserbroek. Alle gemeenten langs de route, van Velsen tot Zoetermeer, willen ondergronds en hebben daarbij de steun van de Provincies Zuid- en Noord Holland.
De kans op ondergronds wordt alleen maar groter.

DE 50 VRAGEN MET ANTWOORD VAN DE MINISTER.

Aan
De Voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA ‘s-GRAVENHAGE



Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)
1 november 2007 OI/REB/CGB
7127999.n45
Onderwerp
Kamervragen pkb Randstad 380 kV verbinding


Mede namens mijn ambtgenoot van Ruimte en Milieu zend ik u bij deze de antwoorden
op de vragen die zijn gesteld door de vaste kamercommissie voor Economische Zaken
over de brief van 2 juli 2007 inzake deel 3 van (kabinetsstandpunt) van de planologische kernbeslissing (pkb) Randstad 380 kV verbinding (Kamerstuk 30 892, nr. 2) en deel 2 (de reacties op de ontwerp-planologische kernbeslissing).

1
Is het mogelijk een overzicht te geven van de huidige transportcapaciteit van de hoogspanningsnetten in de betreffende regio, afgezet tegen de huidige en de te verwachten productie- en verbruikscijfers?

Antwoord
Op basis van prognoses van de regionale netbeheerders en TenneT zal de vraagbelasting
in Noord- en Zuid-Holland in 2008 uitkomen op ruim 7000 MW en doorgroeien naar ruim 8100 MW in 2014. Voor beide jaren gaat het om eenderde van de totale Nederlandse belastingvraag.

Momenteel kan op het 380 kV-net in het zuidelijke deel van de Randstad strikt volgens de
Netcode geen nieuw productievermogen meer worden aangesloten. TenneT ondervangt
dit momenteel door met producenten aansluitcontracten voor nieuw vermogen af te sluiten waarin tijdelijke, beperkende randvoorwaarden zijn opgenomen
(runbackscenario). Dit geldt vooral voor station Maasvlakte. Het gaat hierbij in totaal om zo'n 4000 MW aan vermogen. Op dit moment hebben zich alweer twee nieuwe partijen gemeld met een verzoek om aansluiting van nieuwe centrales op Maasvlakte (totaal circa
1000 MW) die waarschijnlijk ook al niet meer onder beperkende voorwaarden kunnen
worden aangesloten.

Het niet aanleggen van de Randstadring betekent dan ook ernstige beperkingen voor de partijen waarmee TenneT aansluitovereenkomsten heeft gesloten. Dat geldt dus ook voor producenten die voornemens zijn centrales op de Maasvlakte te vestigen. Zonder de noordelijke tak van het Randstad 380 kV verbinding zal het afvoeren van elektriciteit van
de te verwachten windparken op zee – waardoor bij Beverwijk aanzienlijke aansluitcapaciteit nodig is – niet dan wel slechts beperkt mogelijk zijn.

2
Hoeveel MW extra elektriciteitsproductie kan het huidige net in de Randstad aan zonder aanleg van het Randstad 380 project? Wat zou dit betekenen voor de plannen voor
nieuwe elektriciteitscentrales op de Maasvlakte of voor de aanleg van windmolenparken op de Noordzee?

Antwoord
Zie antwoord bij vraag 1.

3
Potentiële investeerders in duurzame energie (met name biovergassers en –vergisters en wind-op-land) klagen dat hen door TenneT (of door hun regionale netbeheerder na
overleg met TenneT) gemeld is, dat aansluiting van de door hun geplande productiecentrale gezien de beperkte netcapaciteit niet gegarandeerd kan worden. In hoeverre wordt deze problematiek in bijvoorbeeld het Westland of de kop van Noord Holland opgelost door aanleg van Randstad 380?

Antwoord
Als zodanig zorgt de Randstad 380 kV verbinding voor extra capaciteit waarmee nieuwe producenten op het landelijke hoogspanningsnet kunnen worden aangesloten. Daarmee
wil niet per definitie gezegd zijn dat met de aanleg van de Randstad 380 kV verbinding àlle aansluitproblemen zijn opgelost. Een belangrijke rol speelt hier ook de verwachte daadwerkelijke concretisering van de aansluitbehoefte. Hierover bestaan nog verschillende onzekerheden. Naar aanleiding van vragen uit uw Kamer heb ik over het aansluiten van nieuwe eenheden en de mogelijkheden voor prioritering van duurzaam geproduceerde elektriciteit op 18 oktober 2007 een brief aan de voorzitter gestuurd.
Inmiddels heb ik TenneT verzocht om nieuwe aanvragen voor aansluiting aan te houden
tot nadere besluitvorming heeft plaatsgevonden. De huidige Aansluitprocedure is door TenneT opgesteld op basis van de thans vigerende regelgeving. Momenteel onderzoekt TenneT de gevolgen van de genoemde brief voor de behandeling van nieuwe aansluitverzoeken. In afwachting van de resultaten van dat onderzoek heeft TenneT met ingang van 19 oktober 2007 voor nieuwe aanvragen de Aansluitprocedure buiten werking gesteld. Overigens staat deze aansluitproblematiek los van de besluitvorming over het nu voorliggende kabinetsstandpunt. Ik zal separaat op deze problematiek terugkomen.


4
Kan meer informatie verschaft worden over de (on-)mogelijkheden en meerkosten van ondergrondse aanleg? Wat zijn de meerkosten voor het van bovengronds naar ondergronds gaan of andersom? Kan exact worden aangegeven waardoor kostenverschillen worden veroorzaakt?

Antwoord
Vooraf merk ik op, dat de daadwerkelijke beslissing over al dan niet ondergrondse aanleg van de Randstad 380 kV verbinding niet in deze pkb plaatsvindt maar in de van
toepassing zijnde vervolgbesluiten. Pas dan is voldoende detailinformatie beschikbaar om
te bepalen waar bovengrondse dan wel ondergrondse aanleg te verkiezen is. Gelet op het globale niveau van besluitvorming in deze pkb zijn de hier gepresenteerde kostencijfers gemiddelden die kunnen variëren.

Voor de algemene kenmerken van bovengrondse en ondergrondse verbindingen verwijs
ik naar paragraaf 4.2. van deel 3 van de pkb. Daarin staan ook de voordelen en de nadelen van het ondergronds aanleggen van verbindingen aangegeven.

Ten aanzien van de kosten van het ondergronds aanleggen van 150 kV en 380 kV verbinding, het volgende. De kosten van een 150 kV verbinding per kilometer bedragen bovengronds circa 0,9 miljoen euro en ondergronds circa 2,5 miljoen. De kosten van een
380 kV verbinding per kilometer bedragen bovengronds circa 2,3 miljoen euro en ondergronds circa 12,3 miljoen. Een 150/380 kV combinatieverbinding kost bovengronds circa 2,7 miljoen euro en ondergronds circa 13,3 miljoen. Bij het ondergronds leggen van bestaande 150 kV verbindingen moet uiteraard ook rekening gehouden worden met sloopkosten (ca. 0,2 miljoen euro per kilometer). Voorts moet rekening worden gehouden met kosten van extra aanvullende werken. Zo bedragen de kosten van de overgang tussen een boven- en een ondergrondse 380 kV verbinding ("opstijgpunt") 3,2 miljoen euro. Overigens dient vermeld te worden dat al deze kosten gemiddelden zijn, die zijn afgeleid
uit een hiertoe opgestelde kostencalculatiemodel. Hierbij is ook rekening gehouden met diverse overheadkosten zoals die, die samenhangen met ontwerp en engineering. Afhankelijk van de precieze omstandigheden (bijvoorbeeld de aanlegwijze en lokale (geo)fysische en planologische omstandigheden) kunnen de daadwerkelijke kosten van met name ondergrondse opties tot +/- 30 procent afwijken..

De kostenverschillen tussen bovengrondse aanleg en ondergrondse aanleg kunnen uit een aantal factoren verklaard worden:
1. Vooral vanwege de benodigde elektrische isolatie is een nauwgezet, storingsgevoelig en tijdrovend fabricageproces vereist. Dit geldt niet bij een bovengrondse lijn, omdat daar de lucht om de lijnen als isolator dient..
2. Het civiele werk voor de aanleg van ondergrondse kabels is aanzienlijk omvangrijker dan bij een hoogspanningslijn.





3. Een ondergrondse kabel produceert meer blindvermogen dan een
hoogspanningslijn. Die blindstroom moet worden gecompenseerd waarvoor extra investeringen nodig zijn..
4. Er zijn investeringen nodig om de stroom evenredig te verdelen tussen ondergrondse en bovengrondse delen van het hoogspanningsnet, omdat een ondergrondse kabel beter stroom geleidt dan een bovengrondse
hoogspanningslijn en daardoor zonder die investeringen vol wordt belast, terwijl de bovengrondse lijn beneden haar capaciteit werkt.
5. In een ondergrondse kabel wordt veel koper verwerkt, wat leidt tot hoge materiaalkosten. In bovengrondse lijn wordt het goedkopere aluminium gebruikt.

Ten aanzien van de kosten van gelijkstroomverbindingen het volgende.
Vooraf merk ik op, dat de keuze voor toepassing van gelijkstroom geen onderwerp van besluitvorming in de pkb is. De reden hiervan is, dat – behoudens de extra ruimte nabij de schakelstation, benodigd voor tenminste twee converterstations en invoedingspunten op
het 150 kV net voor het omzetten van gelijk- in wisselstroom en omgekeerd – een ondergrondse gelijkstroomverbinding geen ander zoekgebied voor het voorkeurstracé ten opzichte van een ondergrondse wisselstroomverbinding ten gevolge heeft. De pkb geeft
aan, dat een gelijkstroomverbinding in beeld komt indien in het kader van de vervolgbesluitvorming een alternatief voor de Noordring als realistisch naar voren komt waarin een groot deel van de verbinding ondergronds wordt gelegd. Niet in de pkb maar
in de vervolgbesluiten zullen naast de andere relevante aspecten van toepassing van gelijkstroom de kostenaspecten van een gelijkstroomverbinding meegenomen worden. Ik acht daarom het doen van uitspraken over de kosten van gelijkstroomverbindingen in de
pkb niet zinvol. TenneT heeft overigens commerciële offertes voor
gelijkstroomalternatief ontvangen van twee producenten, gebaseerd op de door TenneT verlangde capaciteit voor de Noordring. De kosten voor een gelijkstroomverbinding liggen in beide offertes boven de raming van de ondergrondse wisselstroomverbinding.

5
Over welke afstanden is ondergrondse dan wel bovengrondse aanleg mogelijk?


6
Op welke delen van het totale tracé zou een ondergrondse gelijkspanningsverbinding eventueel mogelijk en rendabel kunnen zijn?

Antwoord 5 en 6
In principe is een ondergrondse verbinding over het gehele tracé mogelijk. In geval van een gelijkstroomverbinding moet er in de Randstad dan wel ruimte worden gevonden
voor twee convertorstations.
Ingeval de nationale elektriciteitsnetbeheerder TenneT de kosten van een dergelijke ondergrondse verbinding (conform de daarvoor geldende wettelijke systematiek) in de tarieven mag doorberekenen is rentabiliteit van een ondergrondse verbinding als zodanig verzekerd. Doorslaggevend is daarom niet zozeer de rentabiliteit op zichzelf als wel het





kostenverschil tussen bovengronds en ondergronds aanleggen. Voor kostenverschillen
tussen boven- en ondergronds aanleggen verwijs ik naar vraag 4.


7
Wat betekent ondergrondse aanleg voor de tijdsplanning? Zijn er andere levertijden voor
de ondergrondse kabels ten opzichte van de bovengrondse lijnen?


Antwoord
Gezien de beperkte productiecapaciteit van leveranciers is de levertijd van kabels alsmede levering van compensatiemiddelen als spoelen en condenstoren langer dan van de voor bovengrondse lijnen benodigde materialen. Dit zou eventueel tot vertraging kunnen
leiden afhankelijk van de lengte van ondergrondse tracédelen. Vanzelfsprekend zal alles
in het werk worden gesteld om zowel bij boven- als bij ondergrondse aanleg van (delen van) de verbinding de verbinding tijdig te realiseren.


8
Welke straling komt vrij bij de schakelstations op het punt waar de kabels in de bodem verdwijnen of weer bovengronds komen? Zijn deze schakelstations goed in te passen?

Antwoord
Het punt waar ondergrondse kabels overgaan in bovengrondse lijnen (of andersom) wordt een opstijgpunt (of een daalpunt) genoemd; dit is geen schakelstation. Zo’n opstijgpunt is
in verband met de elektrische veiligheid (hoogspanning) afgeschermd met een hekwerk. De magnetische velden die bij dergelijke opstijgpunten worden gegenereerd, zijn buiten het hek niet sterker dan bij een ondergrondse kabel.
Eventuele benodigde opstijg- of daalpunten zijn in te passen binnen het zoekgebied voor
de verbindingen. Waar deze exact zouden moeten en kunnen worden gerealiseerd wordt
in het kader van de detailbesluitvorming zorgvuldig onderzocht.


9
Waarom is er niet gekozen voor een verbinding door de Noordzee? Wat zijn de aanlegkosten voor een 380 kV verbinding door zee in vergelijking met een bovengrondse leiding over land en een ondergrondse leiding over land? Wat zijn indicatief de totale
kosten van de Randstad 380 kV leiding door de Noordzee, inclusief de kosten voor het oplossen van de problemen die ontstaan door dit geheel andere tracé?

Antwoord
Een tracé door de Noordzee betekent dat er sprake is van slechts één ring in de Randstad
en dat er geen aparte zuidelijke en noordelijke ring worden gerealiseerd. Dat betekent onvoldoende invoeding in het Zuid-Hollandse elektriciteitsnet. Ook andere nodige invoedingspunten in het netwerk zijn alleen te realiseren met aantakkingen vanuit zee
dwars door de duinen. Dat is ruimtelijk lastig te realiseren, betekent een langdurig proces
en is kostbaar. Daarnaast wordt de productielocatie Maasvlakte dan onvoldoende aan het





landelijke 380 kV net gekoppeld. Met het oog op de kabellengten zou een dergelijk tracé
in gelijkstroom uitgevoerd moeten worden, wat twee kostbare convertorstations met elk een aanzienlijk ruimtebeslag vereist.

Met een tracé door de Noordzee worden geen NIMBY-problemen voorkomen. Deze problemen zullen naar verwachting immers ook daar optreden waar aantakkingen aan het onderliggende 150 kV-net door het kustgebied gerealiseerd moeten worden. Het is ook vanwege deze aantakkingen niet juist dat de vergunningprocedures bij een verbinding
door de Noordzee een verkorting kunnen ondergaan.
Aantakking van verbindingen van off-shore windparken op het koppelnet zal op die punten moeten geschieden waar er voldoende mogelijkheden zijn om de geproduceerde elektriciteit ook te kunnen afvoeren. Dat zijn in principe de aanlandingspunten bij
Beverwijk en Maasvlakte. Een verbinding via de Noordzee heeft dan ook geen invloed op het aansluiten van off-shore windparken op het nationale hoogspanningsnet.

Een tracé door de Noordzee voldoet niet aan de uitgangspunten van het project en is om die reden afgevallen. Het is daarom ook niet zinvol om een kostenvergelijking te maken tussen dit tracé en de kosten (boven- dan wel ondergronds) van de verbinding over land.

10
Hoe is bepaald wat de risicoafstanden zijn en wat concreet de veilige afstand wordt bij de verschillende opties door de lucht en onder de grond?

Antwoord
Er is uitgebreid wetenschappelijk onderzoek gedaan naar dit onderwerp (zoals ook door
de Gezondheidsraad en de WHO aangegeven). Op basis daarvan zijn internationaal geldende normen vastgesteld voor de sterkte van het magnetisch veld (100 microTesla) die ook in Nederland worden gehanteerd. Deze waarde wordt in Nederland op maaiveldniveau nergens overschreden.
Uit de huidige wetenschappelijke informatie blijkt tevens dat er een zwakke statistisch significante correlatie, maar geen causaal verband, bestaat tussen het wonen in de buurt van hoogspanningslijnen en het optreden van leukemie bij kinderen. Alhoewel niet helemaal zeker, zijn er aanwijzingen dat de verhoging van het risico te maken heeft met het verhoogde magnetische veld in de nabijheid van de hoogspanningslijnen. De grenswaarde waarboven het risico toeneemt ligt in de buurt van 0,4 microTesla.
Informatie over het mechanisme waardoor het magnetische veld leukemie zou veroorzaken is echter tot nu toe, ondanks de vele onderzoeken, niet bekend. Mede op
basis van de informatie en op grond van het voorzorgbeginsel, heeft VROM1 in oktober
2005 gemeenten, provincies en netbeheerders geadviseerd om nieuwe situaties waarbij



1 Brief van de Staatsecretaris van RUIMTE EN MILIEU aan (o.a.) Colleges van Burgemeester en
Wethouders inzake “Advies met betrekking tot hoogspanningslijnen”, kenmerk SAS/2005183118, 3 oktober
2005, Kamerstukken II, 2005-2006, 28089, nr 7.





kinderen worden blootgesteld aan magneetveld hoger dan 0,4 microTesla
(jaargemiddelde) zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, te vermijden. RIVM heeft in 2003 een berekeningsmethodiek ontwikkeld om de breedte te bepalen van de zone waarbinnen het magneetveld gemiddeld over een jaar de 0,4 microTesla overschrijdt (de magneetveld
zone). De breedte van de zone is afhankelijke van meerdere parameters, waaronder de spanning van de lijn. Op basis van algemene (conservatieve) aannames kan de indicatieve zone worden berekend, en op basis van locatiespecifieke gegevens de specifieke zone. In
de meeste gevallen zal de specifieke zone smaller zijn dan de indicatieve zone.
Op de site van het RIVM (www.rivm.nl/hoogspanningslijnen) is voor alle bestaande hoogspanningslijnen in Nederland de indicatieve zone weergegeven. Deze varieert van ca
40 meter tot ca 200 meter aan weerskanten van de lijn.
Voor de realisatie van de Randstad 380 kV verbinding zal bovengenoemd advies van de
Staatssecretaris van VROM als norm worden gehanteerd. Door toepassing van een
nieuwe mast kan de zone waarbinnen het magnetisch veld sterker is dan 0,4 microTesla beperkt blijven tot een totale breedte van 75 tot 100 meter, afhankelijk van de hoogte van
de mast en/of de afstand tussen de masten.
Bij ondergronds aanleg van de hoogspanningsverbinding (verkabeling) zal de hoogte van het magneetveld en de breedte van de zone waarbinnen het magneetveld de 0,4
microTesla overschrijdt onder meer afhankelijk zijn van de diepte waarop de kabel is gelegd. Bij de gebruikelijke diepte van 1,5 meter zal de waarde van het magneetveld
direct boven de kabel hoger zijn dan bij bovengronds aanleg. De breedte van de zone zal
bij verkabeling wel smaller zijn dan bij bovengrondse aanleg, namelijk ongeveer 18 m aan weerskanten van de kabel.

11
Hoeveel huizen en gebouwen moeten er gesloopt worden met de huidige variant?
Hoeveel daarvan kunnen worden voorkomen door andere wijze van ophanging dan wel via ondergrondse aanleg?

Antwoord
Bij het ontwerp van het exacte tracé zal in het algemeen vermeden kunnen worden dat bijvoorbeeld een mast wordt geprojecteerd op de plaats waar een gebouw staat. Hooguit
in een incidenteel geval zal hier geen sprake van kunnen zijn. Voorts is het uitgangspunt
in de pkb dat zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, gevoelige bestemmingen (dat wil zeggen woningen, scholen, crèches en kinderopvangplaatsen) worden vermeden in de zone rondom de lijn waar het magneetveld hoger is dan 0,4 microTesla. Het is redelijkerwijs echter onmogelijk in dit gebied om over het gehele tracé alle gevoelige
bestemmingen te vermijden. Op dit moment wordt in het kader van de vervolgprocedure gekeken naar de tracémogelijkheden binnen het zoekgebied. Op basis van de gegevens
die ik nu heb, zou het om enkele tientallen gevoelige bestemmingen gaan over het gehele traject die binnen de magneetveldzone komen te liggen. TenneT zal de eigenaar van deze gevoelige bestemming schadeloos stellen. Dit betekent dat TenneT bijvoorbeeld een vergelijkbare vervangende woning op een andere locatie zal aanbieden en de
verhuiskosten betaalt. Afhankelijk van de situatie en het object bekijkt TenneT de





mogelijkheden voor passend hergebruik van de in de magneetveldzone liggende
gevoelige bestemming.
Indien de eigenaar van bijvoorbeeld een woning die in de magneetveldzone ligt, niet
wenst te verhuizen dan zal TenneT een schadevergoeding betalen. Een eigenaar zal niet gedwongen worden zijn huis te verlaten, dit betekent dat er in principe geen huizen gesloopt zullen worden op het traject.
Omdat nog niet duidelijk is wat het uiteindelijke tracé wordt en hoeveel gevoelige bestemmingen hier precies binnen liggen, kan nu nog geen antwoord worden gegeven op
de vraag hoeveel schadevergoeding er ongeveer moet worden betaald.


12
Welke gebruiksfuncties blijven mogelijk binnen de risicoafstanden?


Antwoord
Er gelden geen wettelijke risicoafstanden met betrekking tot hoogspanningslijnen en ook geen wettelijke beperkingen aan gebruiksfuncties in de nabijheid van de hoogspanningslijnen.
Ruimtelijke beperkingen kunnen wel gelden op grond van beleid en regelgeving op nationaal of lokaal niveau.
Zo geldt op grond van artikel 2.5.19 van de (Model)bouwverordening 1992 een verbod
voor bouwvergunningplichtige bouwwerken (anders dan die welke deel uitmaken van de hoogspanningslijn) binnen een afstand van 6 meter van de voor stroomgeleiding
bestemde draden van bovengrondse hoogspanningslijnen (dat is dus in feite een hoogtebeperking voor bouwwerken).

Verder worden de gebruiksfuncties rondom de lijn belemmerd door de zakelijk rechtovereenkomsten die TenneT afsluit met grondeigenaren, in het belang van de veilige exploitatie en het onderhoud van de lijn (de zakelijke rechtstrook). Dit betekent onder
meer en in het algemeen dat onder een bovengrondse lijn hoogtebeperkingen gelden voor bouwwerken en begroeiing, en dat boven een ondergrondse kabel geen asfaltwegen, bebouwing of diepwortelende beplanting mogelijk is. De breedte van de zakelijke rechtstrook is doorgaans ca 2x35 m.

Voorts dient op grond van het VROM-advies uit 2005 (zie vraag 10) bij de besluitvorming over een nieuw tracé zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, te worden vermeden dat er gevoelige bestemmingen liggen in de zone rondom de lijn waar het magneetveld hoger is dan 0,4 microTesla (jaargemiddelde). Deze zone is in dit project circa 100 meter breed. Onder gevoelige bestemmingen worden locaties verstaan waar kinderen wonen of waarvoor de verblijftijd op jaarbasis vergelijkbaar is met wonen
(“langdurig verblijf”). Het gaat daarbij volgens het VROM advies om woningen, scholen, crèches en kinderopvangplaatsen. Andere bestemmingen waar kinderen zich kunnen bevinden maar waar de verblijftijd vergeleken met wonen als beperkt kan worden bestempeld, zoals sportvelden, speeltuinen, zwembaden etc. zijn niet als gevoelige bestemmingen aangemerkt en vallen dus buiten het VROM advies.






13
Biedt de bestemming groen voor de zone binnen de risicoafstanden een mogelijkheid tot het aanleggen van een groene contour als grens voor uitbreiding van aanliggende woonwijken?

Antwoord
Daar waar de nieuwe verbinding in de buurt komt van de bebouwde kom kan de verbinding en de bijbehorende magneetveldzone inderdaad dienen als grens voor de uitbreiding van aanliggende woonwijken. Voor het leeuwendeel van de nieuwe verbinding is een groene inrichting van de magneetveldzone de meest logische bestemming. De mate van begrenzing en de mogelijkheden voor het inrichten van deze zone hangen samen met de uitvoering van de verbinding.

14
Kan nut en noodzaak van de geplande 380 kV verbinding worden toegelicht in relatie tot het huidge 150 kV netwerk, tot de windmolenparken op zee en tot de internationale infrastructuren en kan tevens de motivering worden toegelicht voor het huidige tracé?

15
Wat gaat er fout als verbinding er niet komt?


Antwoord 14 en 15
Voor wat betreft het nut en de noodzaak geldt dat de verbinding in 2011/2012 in bedrijf dient te zijn. De Zuidring is het meest urgent. Als de nieuwe verbinding niet tijdig gereed
is, is aansluiting van productievermogen vanuit de Maasvlakte naar de Randstad afhankelijk van één verbinding vanaf de Maasvlakte naar Krimpen aan de IJssel. Dat
betekent dat het bij stijgende belasting van die lijn steeds moeilijker wordt om onderhoud
te plegen en om tijdens dat onderhoud de stroomlevering te laten doorgaan. Onvoldoende onderhoud heeft negatieve consequenties voor de leveringszekerheid. Het onderliggende
150 kV net dat de zuidelijke Randstad bedient, is dan slechts op één punt aan het landelijke hoogspanningsnet gekoppeld, namelijk Krimpen aan de IJssel. Dat is een onwenselijke kwetsbare situatie. Uitbreiding van elektrisch productievermogen op de
Maasvlakte is zonder de nieuwe verbinding niet mogelijk. Het transport van elektriciteit van en naar Groot-Brittannië via de voorgenomen BritNedkabel is bij onderhoud alleen mogelijk met transportbeperkingen.
Het net in de noordelijke Randstad kent zonder de nieuwe verbinding onvoldoende verbindingen met het onderliggende 150 kV net om in de toenemende vraag naar
transport te voorzien. Het net in de noordelijke Randstad is slechts op één punt – Diemen
– met het nationale hoogspanningsnet verbonden. Dat is een onwenselijke kwetsbare situatie. Verwacht nieuw windvermogen vanaf de Noordzee dat bij Beverwijk aanlandt zou dan niet kunnen worden afgevoerd.
Zie overigens ook het antwoord op de vragen 1 en 2.







Voor wat betreft de keuze, in de pkb, van inpassingsvariant A1.1 als het zoekgebied voor
de verbinding het volgende.
In de Strategische Milieubeoordeling die ten grondslag ligt aan de pkb zijn vijftien varianten voor een zoekgebied met elkaar vergeleken. Deze zoekgebieden zijn geformuleerd aan de hand van een aantal uitgangspunten. Daarbij is uitgegaan van een verbinding die in beginsel bovengronds wordt aangelegd, waarbij van deze regel in
bijzondere omstandigheden zou kunnen worden afgeweken. Daarnaast is er vanuit gegaan dat bebouwde gebieden zoveel mogelijk moesten worden vermeden. Ook zou zoveel mogelijk moeten worden voorkomen dat er nieuwe doorsnijdingen in het landschap optreden, met name in gevoelige gebieden zoals Nationale Landschappen, door te
bundelen met bestaande (150 kV) hoogspanningsverbindingen of bovenregionale infrastructuur zoals snel- of spoorwegen.
Daarnaast gold dat een verbinding gerealiseerd moest kunnen worden die nettechnisch optimaal voldeed aan de projectdoelstelling.
Bij de vergelijking van de vijftien zoekgebieden bleek dat een aantal daarvan
nettechnisch niet optimaal was, met name omdat daarbij niet werd voorzien in het creëren van een dubbele ringstructuur in het 380 kV-net in de Randstad. Bij de overige varianten bleken deze zich vooral te onderscheiden in de mate waarin er nieuwe doorsnijdingen van gevoelige gebieden optraden, hun lengte en kosten.
De passage of doorsnijding van woongebieden bleek geen onderscheidend criterium tussen de varianten te vormen. Dit ten eerste omdat deze al zoveel mogelijk waren vermeden bij het definiëren van de vijftien zoekgebieden, en ten tweede omdat de
zoekgebieden zo ruim waren gedefinieerd dat er ook als ze woongebieden omvatten, het
in het overgrote deel van de gevallen een tracéuitwerking mogelijk was die deze gebieden zou omzeilen. (Slechts in twee gevallen stond op voorhand vast dat een ondergrondse
kabel over maximaal 2,5 kilometer lengte nodig zou zijn om woongebieden te vermijden.)

Op grond van de lengte van nieuwe doorsnijding van gevoelige gebieden, waaronder het Groene Hart, waren er vier varianten, waaronder A1.1, die duidelijk gunstiger scoorden dan de overige varianten. Deze vier varianten onderscheidden zich voor het overige niet,
behalve op het punt van kosten. Op grond daarvan is variant A1.1 als meest gunstige variant naar voren gekomen.

In grote lijnen is variant A1.1 gedefinieerd als het zoekgebied dat waar mogelijk bestaande 150 kV verbindingen omvat en waarin bovendien de mogelijkheid is voor
bundeling met rijkswegen en spoorlijnen. Er zijn enkele delen van het zoekgebied, zoals
in het Groene Hart en het gebied tussen Zoetermeer en Delft, waar een nieuw tracé moet worden ontwikkeld.





16
Welke invloed heeft de aanleg van de 380 kV verbinding op de gezondheidrisico’s rond fijnstof? Welke onderzoeken zijn hiernaar gedaan en welke conclusies zijn uit die onderzoeken getrokken?

Antwoord
Hoewel hoogspanningslijnen zelf geen fijn stof veroorzaken kan in de lucht aanwezig fijn stof door een bovengrondse hoogspanningslijn elektrisch worden geladen. Volgens
enkele wetenschappers zouden hierdoor de effecten van fijn stof op de gezondheid beïnvloed kunnen worden. In het jaarbericht van de Gezondheidsraad uit 2001 wordt aangegeven dat de potentiële gezondheidseffecten van elektrisch geladen fijn stof moeilijk precies zijn vast te stellen. De Gezondheidsraad concludeert dat het onwaarschijnlijk is dat dit verschijnsel leidt tot een meetbaar effect op de
volksgezondheid. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft onlangs vergelijkbare conclusies getrokken2. Overigens merk ik op dat het wetenschappelijk gezien nooit mogelijk is om aan te tonen dat er géén enkel risico bestaat.
Het RIVM verricht momenteel een literatuuronderzoek waarmee de huidige wetenschappelijke inzichten naar de relatie tussen fijn stof en bovengrondse hoogspanningslijnen in kaart worden gebracht. Het rapport wordt verwacht in november
2007. Mochten hierdoor nieuwe inzichten ontstaan dan kan dit leiden tot nieuwe afwegingen. Op dit moment is hier echter geen aanleiding voor.


17
Op welke wijze wordt bij keuze en aanleg van het tracé rekening gehouden met Mooi Nederland? Welke instanties of personen worden betrokken bij de beoordeling hiervan ? Komen uit deze beoordeling bruikbare criteria voor aanleg van
hoogspanningsverbindingen elders?


Antwoord
De uitgangspunten voor de keuze en aanleg van het tracé zijn ontleend aan de Nota Ruimte en het Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV II). Belangrijke uitgangspunten zijn onder meer::

· Bovengrondse aanleg, behalve in bijzondere gevallen zoals landschappelijk kwetsbaar gebied (SEV II)
· Vermijden doorsnijding van kwetsbare gebieden. Geen grootschalige
infrastructuur in Nationale Landschappen (waarbinnen ook de nog vast te leggen nationale snelwegpanorama's gelegen zullen zijn), tenzij dit onvermijdelijk is,
dan mitigeren en compenseren. (NR)



2 “Extremely Low Frequency Fields Environmental Health Criteria - Monograph No.238”, WHO, juni 2007;
zie ook http://www.who.int/peh-emf/publications/elf_ehc/en/index.html





· Combineren met bestaande regionale 150 kV-lijnen op één nieuwe mast. Waar
dit niet mogelijk is: bundelen met bovenregionale infrastructuur.


Met name de uitgangspunten met betrekking tot kwetsbare gebieden, Nationale Landschappen en combineren/bundelen, sluiten aan bij het programma Mooi Nederland van VROM.

Voor de aanpak van de verrommeling van het landschap verwijs ik tevens naar het antwoord van de minister van Ruimte en Milieu op de motie Duyvendak, dat vóór de begrotingsbehandeling van VROM 2008 zal verschijnen (TK 2006-2007, 29 435, nr
195). In deze beantwoording wordt ook ingegaan op de nieuwe Wet ruimtelijke ordening
en wat deze betekent voor de doorwerking van de Nota Ruimte. Verder blijkt uit de voorbereidingen dat de nieuwe hoogspanningsverbinding om lokaal maatwerk vraagt.

De Ministers van Economische Zaken en van Ruimte en Milieu zullen in het kader van de vervolgbesluitvorming beoordelen of voldoende rekening gehouden wordt met de kabinetsambitie van het programma Mooi Nederland bij de uitwerking van de Randstad
380 kV verbinding.


18
Welke knelpunten zijn op basis van alle ontvangen commentaren geïnventariseerd? Hoeveel daarvan is door ondergrondse aanleg te ondervangen en hoeveel door het verleggen van het tracé?

Antwoord
Het kabinet heeft in de ontvangen commentaren geen aanleiding gezien om het zoekgebied aan te passen. Wel is uit de vele inspraakreacties een beeld ontstaan van de locaties waarover burgers, belangenorganisaties en andere overheden zich het meeste
zorgen over maken. Dit zijn met name de kruising van het Noordzeekanaal, de route rond
Hoofddorp, de doorsnijding van het Groene Hart tussen Roelofarendsveen en Leiderdorp,
de doorkruising van de Groenblauwe Slinger bij Pijnacker en het gedeelte ten zuiden van
Delft door Midden-Delfland. In deel 3 van de pkb geeft het kabinet aan dat de inpassing
op deze (en andere) locaties zeer zorgvuldig zal worden afgewogen. Het ondergronds aanleggen van delen van het tracé is bij deze overweging één van de opties die in het kader van de vervolgbesluitvorming wordt onderzocht.
Voor de exacte tracékeuze zullen de Ministers van EZ en Ruimte en Milieu twee rijksprojectbesluiten nemen: één voor de Zuidring en één voor de Noordring. Ter voorbereiding daarvan hebben de Ministers twee startnotities voor de milieueffectrapportage ter inzage gelegd. In die startnotities zijn de verschillende te onderzoeken alternatieven voor het exacte tracé beschreven. Voor het gehele tracé worden zowel bovengrondse als ondergrondse alternatieven onderzocht. In beide
startnotities hebben de Ministers aangegeven naar welk tracéalternatief, op basis van de nu beschikbare informatie, hun voorlopige voorkeur uitgaat. Dat voorlopig
voorkeursalternatief voorziet in ondergrondse aanleg bij het Noordzeekanaal en een deel





van de Groenblauwe Slinger rond Pijnacker. Voor twee trajecten ( in de omgeving van
het Rottepolderplein en door het Groene Hart tussen de omgeving van Lisserbroek en Leiderdorp) hebben de Ministers nog geen voorlopig voorkeurstracé aangegeven. Voor het deel rond het Rottepolderplein is dat omdat nader onderzoek nodig is naar welk(e)bovengrondse tracé(s) passen binnen de geldende hoogtebeperkingen voor luchthaven Schiphol. Voor het Groene Hart is van het benoemen van een voorlopig voorkeurstracé afgezien omdat de beschermde status van het Groene Hart als Nationaal Landschap daar, meer nog dan elders, bijzondere aandacht vereist voor de landschappelijke inpassing en ontwerpkwaliteit van de verbinding. Daarom, en in
verband met het nog enigszins globale karakter van de in de startnotitie voor de m.e.r. beschreven tracéalternatieven, zijn de Ministers van EZ en van Ruimte en Milieu van mening dat er nog onvoldoende informatie beschikbaar is om voor dit traject een voorlopige voorkeur voor een tracé uit te spreken.

19
Wat zijn de mogelijkheden en belemmeringen ten aanzien van de oostelijke route bij Hoofddorp? Wat zijn de mogelijkheden en belemmeringen ten aanzien van een ondergronds tracé aan de westkant van Hoofddorp? Wat zouden de effecten (o.a. financieel) zijn van de keuze voor ofwel een oostelijke bovengronds tracé dan wel een ondergronds tracé aan de westkant van Hoofddorp?

20
Om welke redenen heeft het tracé ten westen van Hoofddorp de voorkeur boven een tracé ten oosten van Hoofddorp?

Antwoord
In het antwoord op vraag 15 is aangegeven op welke gronden de keuze tussen de vijftien onderzochte inpassingsvarianten is gemaakt.
Bij een vergelijking tussen de oostelijke en de westelijke variant blijkt dat bij beide varianten een bovengrondse inpassing van de verbinding mogelijk is, die op voldoende afstand blijft van woongebieden, gelet op het gehanteerde uitgangspunt in verband met elektromagnetische velden. Daarbij heeft de westelijke variant als voordeel dat daar bovengronds gebundeld kan worden met de daar bestaande 150 kV verbinding. In dat verband is, in het kader van de vervolgbesluitvorming, op dit moment het voornemen om deze 150 kV verbinding, die momenteel door de westelijke woonwijken van Hoofddorp loopt, te verplaatsen naar buiten de wijk en samen met de nieuwe 380 kV verbinding op nieuwe masten te plaatsen. Indien de oostelijke variant voor een zoekgebied zou worden gekozen, bestaat die mogelijkheid voor combinatie niet. Dit omdat de bestaande 150 kV verbinding dient om Hoofddorp aan de westzijde van elektriciteit te voorzien en
vervolgens doorloopt naar het zuidwesten in de richting van Lisserbroek, Sassenheim en West-Leiden, welke bestemmingen redelijkerwijs niet met een oostelijke route langs Hoofddorp kunnen worden bereikt.
Voor wat betreft de lengte van de (nieuwe) doorsnijding van het Groene Hart, geldt dat deze in de oostelijke en de westelijke variant vergelijkbaar is. Dat wil zeggen dat er over





11,5 respectievelijk 12 kilometer een nieuw tracé moet worden ontwikkeld los van een al
bestaande 150 kV verbinding.
Een belangrijk verschil tussen de oostelijke en de westelijke variant bij Hoofddorp ligt voorts in de kosten. Dit heeft te maken met de ligging van Schiphol. De westelijke route loopt over circa 6 kilometer ongeveer parallel aan de Polderbaan; de oostelijke route ligt dichterbij het hart van Schiphol en ligt in de invloedssfeer van diverse start- en landingsbanen. Onderzoek van de Inspectie Verkeer en Waterstaat in het kader van de totstandkoming van de pkb heeft uitgewezen dat een westelijke route bovengronds op voorhand acceptabel lijkt. Een bovengronds tracé oostelijk levert echter in elk geval onacceptabele gevolgen voor de vertrek- en naderingsprocedures van diverse
landingbanen en ook overig mogelijk nadelige gevolgen zoals met betrekking tot de
werking van aanwezige apparatuur. Daarom zou in de oostelijke variant in elk geval over circa 15 kilometer een ondergronds tracé nodig zijn. Dat plus het feit dat de oostelijke
route in zijn totaliteit ook langer is dan de westelijke leidt ertoe dat op voorhand
aannemelijk is dat de oostelijke route ca. anderhalf keer zo duur zou zijn als de westelijke route. Omdat daar geen duidelijke voordelen tegenover staan, is de westelijke variant gekozen. Overigens is inmiddels gebleken dat het op voorhand niet zeker is dat zelfs een ondergrondse verbinding langs de oostelijke route mogelijk is (zie het antwoord op vraag
40).


Ondergrondse aanleg langs de westkant van Hoofddorp betekent evenals ondergrondse aanleg in de oostelijke variant meerkosten ten opzichte van de bovengrondse variant. Indien zowel ter hoogte van de Hoofddorpse woonwijk als ter hoogte van de Polderbaan
het westelijke tracé ondergronds zou worden gelegd – waarvoor de noodzaak, anders dan
bij het oostelijke tracé, op voorhand allerminst vaststaat – dan zouden de kosten naar verwachting ongeveer even hoog uitkomen als de geschatte kosten voor de oostelijke variant, uitgaande van het voor de Strategische Milieubeoordeling gehanteerde kostenmodel.

Om deze redenen heeft het kabinet in de pkb een voorkeur voor een zoekgebied westelijk van Hoofddorp.

21
Welke beweegredenen zijn er, naast kosten, om niet te kiezen voor een ondergrondse oplossing?

Antwoord
Naast kosten zijn er een tweetal redenen om niet per definitie tot ondergrondse aanleg over de gaan, namelijk verschil in reparatietijd en de mate van civiele werken die bij ondergrondse aanleg nodig is. In de pkb is reeds aangegeven dat een breuk in een bovengrondse verbinding binnen 48 uur kan worden hersteld, terwijl het repareren van een storing in een ondergrondse verbinding twee weken bedraagt.
Voor ondergrondse aanleg zijn omvangrijke civiele werken nodig, zoals het graven van sleuven, het aanbrengen van kruisingen met andere ondergrondse infrastructuur





enzovoorts. Deze civiele werken betekenen in een aantal gevallen een forse ingreep in de
bodem. In een aantal gevallen is de bodem vanuit oogpunt van waterhuishouding of stabiliteit niet geschikt voor ondergrondse aanleg.

22
Is het wel mogelijk om een nieuw schakel- en transformatorstation te bouwen in
Wateringen? Wat is bijvoorbeeld de impact op de nabijgelegen wijken, inclusief
bestaande bebouwing en invalswegen van deze wijken? Zijn alternatieve locaties voor de bouw van een dergelijk station onderzocht? Zo ja, wat zijn deze alternatieve locaties?
Wat zou het effect van het vinden van een andere locatie zijn op de voortgang van de procedure ten behoeve van de realisatie van de nieuwe 380 kV hoogspanningsverbinding? Zou dit leiden tot uitstel? Zo ja, hoeveel?

Antwoord
Het is mogelijk gebleken een nieuw schakelstation- en transformatorstation te bouwen in Wateringen. De gemeente Westland heeft onlangs de benodigde vergunningen hiervoor afgegeven. Tijdens de behandeling van de vergunningen is gebleken dat de voorgestelde realisatie van het schakelstation aan alle wettelijke normen op het gebied van geluid, externe veiligheid en volksgezondheid voldoet. Het station houdt daarnaast voldoende afstand tot gevoelige bestemmingen zoals wordt geadviseerd door VROM in advies ten aanzien van afstanden tot gevoelige bestemmingen in verband met EM-velden.

In het voortraject is samen met TenneT, de gemeenten Den Haag, Midden-Delfand en Westland, stadsgewest Haaglanden, Provincie Zuid-Holland en het Hoogheemraadschap Delfland gekeken naar alternatieve locaties. Uit het onderzoek bleek dat enkel een verplaatsing naar de vastgoedlocatie naast de RWZI (rioolwaterzuiveringsinstallatie) kansrijk is. Deze locatie komt echter pas in 2009 vrij, terwijl het station dan al
operationeel moet zijn. Daarnaast brengt een verhuizing extra kosten met zich mee. De vertraging brengt een te groot risico voor de regionale energievoorziening en de realisatie van de nieuwe 380kV-verbinding met zich mee. Het transformatorstation is een
belangrijke schakel in de aanleg van de hoogspanningsverbinding Randstad 380kV. De verbinding zal namelijk worden gerealiseerd vanaf dit station, via station Bleiswijk naar station Beverwijk. Het is van belang dat station gebouwd wordt voordat verbinding wordt gerealiseerd zodat ring kan worden gesloten. Indien gekozen wordt voor een andere
locatie, zoals de RWZI, levert dit zeker vertraging op voor de gehele verbinding Randstad
380 kV. Rekening houdend met alle wettelijke termijnen voor vergunningen etc. zou dit
in het beste geval (indien bestemmingsplanwijziging niet noodzakelijk is) betekenen dat station rond 2011/2012 gebouwd zou kunnen worden. Indien station niet past binnen de bestemming zullen de procedures aanmerkelijk langer duren vanwege noodzakelijke bestemmingsplanwijziging c.q. het verlenen van een vrijstelling op grond van artikel 19
WRO. Hierbij moet worden aangetekend dat ook niet zeker is of bijvoorbeeld de
gemeente Midden-Delfland op wiens grondgebied deze locatie is gelegen, medewerking zou willen verlenen.





Met behulp van de rijksprojectenprocedure zou deze termijn overigens wel kunnen
worden teruggebracht, maar dan zal allereerst een toegangsbesluit moeten worden genomen hetgeen weer tot vertraging leidt.

Op uw vraag of de pkb de mogelijkheid biedt om uit te wijken naar een andere locatie is het antwoord nee. De pkb neemt het bestaan van station Wateringen als een gegeven en biedt dus geen ruimte om uit te wijken naar een alternatieve locatie. De huidige locatie is
reeds lange tijd in het bestemmingsplan gereserveerd voor een nutsvoorziening. Op de locatie bevindt zich bovendien momenteel al een knooppunt van hoogspanningslijnen. Inmiddels zijn zoals gezegd ook de vergunningen voor dit station verleend. Het is daarom niet noodzakelijk en niet gewenst om in de pkb ruimte te scheppen voor een verplaatsing
van het station. De keuze voor een alternatieve locatie zal door de benodigde proceduretijd en de introductie van nieuwe procesrisico's een ongewenste vertraging betekenen in de realisatie van Randstad 380 kV. Dit zou een te groot risico voor de voorzieningszekerheid in de Randstad als geheel opleveren.

In de pkb is wel opgenomen dat de uitvoeringsmodule van de rijksprojectenprocedure van toepassing zal zijn op het transformatorstation. Hierbij is er van uit gegaan dat op het moment dat pkb van kracht wordt, de besluitvorming rond het station reeds is afgerond. Echter het toepassen van de uitvoeringsmodule moet als een vangnet gezien worden op
het moment dat één van de besluiten ten aanzien van het station sneuvelt in beroep. Een nieuw besluit (op de zelfde locatie) kan dan, afhankelijk van het moment van
vernietiging, parallel lopen met alle andere voor de aanleg van de hoogspanningsverbinding in de Zuidring te nemen besluiten.

23
Klopt het dat de combinatie van veel fijn stof (door bijvoorbeeld de aanwezigheid van snelwegen) en hoogspanningsleidingen tot gezondheidsrisico’s kan leiden voor mensen woonachtig in de (directe) omgeving van deze hoogspanningsleidingen? Of kan (wetenschappelijk) worden aangetoond dat er geen enkel gezondheidsrisico is?

Antwoord
Zie antwoord bij vraag 16.


24
Hoe is het onderscheid tussen nieuwbouw en bestaande bouw inzake gezondheidsgevaren ten gevolge van elektromagnetische velden te verklaren en te rechtvaardigen?

Antwoord
Bij de toepassing van het voorzorgbeginsel is, conform de communicatie van de EU3, belangrijk dat de te nemen maatregelen in verhouding staan tot het beschermingsniveau, waarbij rekening wordt gehouden met de (maatschappelijke) kosten en onzekerheden.


3 Mededeling van de commissie over het voorzorgbeginsel - COM(2000) 1





Het op het voorzorgbeginsel gebaseerde VROM advies uit 2005 is beperkt tot nieuwe
situaties, dat wil zeggen nieuwe streek- en bestemmingsplannen, dan wel wijzigingen in bestaande, of nieuwe bovengrondse hoogspanningslijnen, dan wel wijzigingen aan bestaande. Deze beperking is gebaseerd op het redelijkerwijs criterium en op het feit dat
de gezondheidseffecten onzeker zijn en omdat maatregelen in bestaande situaties maatschappelijk vaak grote gevolgen hebben (bijvoorbeeld het verplaatsen van
woningen). In zijn algemeenheid geldt dus dat in bestaande situaties de maatschappelijke kosten van maatregelen hoog zijn terwijl de baten onzeker zijn (vanwege de onzekerheid over een causaal verband, zie ook vraag 10). Daar staat tegenover dat in nieuwe situaties vaak veel meer keuzemogelijkheden aanwezig zijn en dat preventie aanzienlijk
goedkoper kan zijn dan sanering.


25
Op welke gronden wordt een schadevergoeding uitgekeerd en/of een vervangende woning aangeboden? Aan welke voorwaarden moet worden voldaan wil men hier aanspraak op kunnen maken?

Antwoord
Nabij een hoogspanningsverbinding worden in het kader van de schadevergoeding drie zones onderscheiden. Afhankelijk van de ligging van een onroerende zaak (geheel of gedeeltelijk) in een bepaalde zone, wordt de vergoeding voor de eigenaar c.q. de gebruiker als volgt bepaald:

· Zakelijk rechtszone: zone op grond van fysieke verschijningsvorm en de bijbehorende veiligheidsvoorschriften. TenneT vestigt op deze zone een zakelijk recht zodat zij kan beschikken over het gebruik van de gronden voor aanleg, beheer en onderhoud van de lijn. Schadevergoeding vindt plaats conform de Belemmeringenwet Privaatrecht, te weten volledige schadeloosstelling.
· Magneetveldzone (0,4 mT): zone op grond van voorzorgsbeleid ten aanzien van
gevoelige objecten in magneetveldzone van nieuwe hoogspanningsverbindingen. Volledige schadeloosstelling op basis van vertrek of waardedaling bij blijven (vertrek of blijven is op vrijwillige basis).
· Planschadezone: zone op grond van een planschaderisicoanalyse. Planschade, als in
artikel 48a van de WRO.


26
Is het mogelijk nu al een schatting te maken van de kosten van planschade, de kosten van beroepsprocedures en overige indirecte kosten?

Antwoord
Zoals ik al eerder heb aangegeven in mijn antwoord op vraag 11 en 37, is het nu nog niet duidelijk wat het uiteindelijke tracé wordt en hoeveel gevoelige bestemmingen hier
precies binnen liggen, het is daarom moeilijk om antwoord te geven op de vraag wat de





kosten van planschade, de kosten van beroepsprocedures en overige indirecte kosten
zullen zijn.


27
Wat is het effect van hoogspanningsmasten op de gezondheid?


Antwoord
Rond hoogspanningslijnen ontstaan elektromagnetische velden. Er is uitgebreid wetenschappelijk onderzoek gedaan naar mogelijke effecten van deze velden op de mens. Zoals ook in het advies van de Gezondheidsraad uit 2000 is aangegeven, ontstaan bij
relatief sterke magnetische velden effecten elektrische stroompjes in het menselijke lichaam. Om negatieve effecten daarvan te voorkomen zijn internationaal geldende grenswaarden vastgesteld voor de sterkte van het magnetisch veld waaraan mensen blootgesteld mogen worden. Deze waarde (100 microTesla) wordt ook in Nederland gehanteerd en wordt in de leefomgeving nergens overschreden.
In epidemiologische onderzoeken is waargenomen dat de kans op kinderleukemie in de buurt van hoogspanningslijnen groter is dan op grotere afstand. Deze resultaten zijn
echter onzeker en worden niet bevestigd in laboratoriumonderzoeken. Er is tot nu toe geen causaal verband aangetoond. Ook is het niet bekend welke mechanisme dit effect kan veroorzaken. Met andere woorden het kan met de hoogspanningslijn te maken
hebben, maar iets anders zou ook de oorzaak kunnen zijn. Op basis van deze (onzekere) wetenschappelijke informatie en van het voorzorgbeginsel heeft staatssecretaris van VROM in oktober 2005 een advies uitgebracht met betrekking tot hoogspanningslijnen (zie ook het antwoord op vraag 10).
Onderzoek is verder gedaan naar een mogelijke associatie tussen andere gezondheidseffecten en blootstelling aan elektromagnetische velden van hoogspanningslijnen. Deze onderzoeken betreffen andere vormen van kanker zowel bij kinderen als volwassenen, neurologische effecten, hart en vaatziekten, effecten op het immuunsysteem, etc. Een wetenschappelijk bewijs van een relatie tussen deze effecten en
de velden van hoogspanningslijnen ontbreekt echter.
De hierboven beschreven inzichten zijn onlangs bevestigd door de WHO2.


28
Zijn in de pkb en de Strategische Milieubeoordeling bij de eindafweging de Haarlemmermeerse woongebieden (Boseilanden en Floriade) en geplande woongebieden (Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek) als te doorkruisen woongebieden opgenomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Alle drie de bewuste gebieden zijn zowel voor wat betreft hun locaties als hun functies onderkend bij het nemen van het pkb-besluit. Bij geen van de drie gebieden zal er sprake hoeven te zijn van het doorkruisen van een woongebied, en geen van de drie is ook als zodanig aangemerkt.





In de aan de pkb ten grondslag liggende Strategische Milieubeoordeling (SMB) is
opgemerkt dat het tracé hier niet door de woongebieden gaat, maar er "langs op" loopt. Immers er is de ruimte om langs de woongebieden te traceren (bijvoorbeeld met de regionale weg mee en in de grootschalige groenzones rond die weg),en dan behoeft er niet door de woongebieden getraceerd te worden .
In de SMB – en doorvertaald naar de pkb - is voorts aangegeven, dat het zoekgebied voor het voorkeurstracé raakt aan het gebied waar in de gebiedsuitwerking Haarlemmermeer- Bollenstreek ruimte wordt gezocht voor woningbouw, waterberging, recreatie en de “Werkstad A4”. Bij de vervolgbesluiten voor de verbinding zullen het ontwerp en de ruimtelijke inpassing daarvan worden afgestemd deze gebiedsuitwerking.
Overigens is, in het kader van de vervolgbesluitvorming, op dit moment het voornemen om de 150 kV verbinding die momenteel door de westelijke woonwijken van Hoofddorp loopt, te verplaatsen naar buiten de wijk en samen met de nieuwe 380 kV verbinding op
nieuwe masten te plaatsen.


29
Als op de voorziene locatie voor het trafostation bij wateringen grenzend aan de woonlocatie Wateringse Veld onverhoopt geen bouwvergunning kan worden verkregen, geeft de pkb dan ruimte om uit te wijken naar een ander locatie, bijvoorbeeld de zogenaamde vastgoedlocatie naast de RWZI (rioolwaterzuiveringsinstallatie)? Zo nee,
zou het dan verstandig zijn deze ruimte in de pkb te creëren?


Antwoord
Zie antwoord bij vraag 22.


30
Kan een precieze kostenvergelijking worden gemaakt tussen de verschillende technologieën die kunnen worden toegepast bij de twee hoogspannings-verbindingen?
Kan daarbij ook een vergelijking worden gemaakt tussen gelijkstroom en wisselstroom, met alle beschikbare technieken?

Antwoord
Zie antwoord bij vraag 4.


31
Kan het kabinet de kostenberekeningen laten valideren door een onafhankelijk onderzoeksbureau, vergelijkbaar met KEMA, maar dan uit het buitenland? Kan het kabinet vervolgens een onafhankelijke contra-expertise laten uitvoeren op de kostenberekeningen?

Antwoord
De kostenvergelijkingen die zijn gemaakt tussen de verschillende technologieën die kunnen worden toegepast bij de hoogspanningsverbinding zijn afgeleid uit het





parametrische-kosten-calculatiemodel dat door KEMA, maar ook veel breder wordt
gehanteerd. Dit is een model dat is gebaseerd op internationale ervaringscijfers.
Dit model is ook in het verleden door TenneT gehanteerd bij aanmerkelijke investeringen
en met instemming van Dte. Dte zal uiteraard de definitieve investeringsbeslissing van TenneT achteraf toetsen. Deze toets heeft alleen betrekking op de uiteindelijke aanmerkelijke investering (het definitief gekozen tracé).

Ik ben voornemens om de kosten van de drie opties die nu in het vervolgtraject worden uitgewerkt, zowel bovengronds als ondergronds, op korte termijn extern te laten onderzoeken door een onafhankelijke partij. Daarbij zal niet alleen worden gekeken naar
de investeringskosten, maar ook naar de kosten van onderhoud en beheer. Dit zal de uiteindelijke keuze voor het tracé alleen maar inzichtelijker maken en ook van belang zijn voor de uiteindelijke toets die Dte zal uitvoeren.


32
Welke afschrijvingstermijnen worden gehanteerd bij de kostenvergelijking? Welke grondprijzen worden gehanteerd en welke onderhoudskosten?

Antwoord
Voor zowel de bovengrondse als de ondergrondse verbindingen worden afschrijvingstermijnen van 55 jaar gehanteerd. De commerciële grondprijzen die op de markt worden aangeboden variëren tussen de € 60,- /m2 en € 150,- m2. Alleen voor
stations worden gronden aangekocht. Voor de verbinding wordt geen grond gekocht. De onderhoudskosten voor de ondergrondse en bovengrondse verbinding bedragen
doorgaans enkele procenten van de initiële investering.


33
Klopt het dat indien zou worden besloten om de verbinding Randstad-Noord voor 100% ondergronds aan te leggen, de kosten van een gelijkstroomverbinding beduidend lager zullen zijn dan de kosten van een wisselstroomverbinding? Zo nee, hoe is dan de kostenverhouding? Zo ja, hoe groot is het verschil en welke gevolgen moet dit hebben
voor de finale investeringsbeslissing?


Antwoord
Zie antwoord bij vraag 4.


34
Klopt het dat in de voorliggende pkb de ruimtelijke inpassing, in de zin van een
zoekgebied in de vorm van een corridor, wordt vastgesteld? Is het waar dat daarna pas het tracébesluit wordt vastgesteld en daarna weer de finale investeringsbeslissing door
TenneT wordt genomen? Hoe is de betrokkenheid geregeld van de Kamer bij laatste twee stappen in deze drietrapsraket? Is er een amenderingsrecht van de Kamer op het
tracébesluit en is er, in het kader van actief aandeelhouderschap, betrokkenheid van EZ en
de Kamer bij de uiteindelijke investeringsbeslissing door TenneT? Kan het kabinet dit toezeggen ?






Antwoord
Deze pkb legt inderdaad een zoekgebied in de vorm van een corridor vast; tevens stelt de pkb een aantal uitgangspunten voor de vervolgbesluitvorming vast en wordt de zogeheten rijksprojectenprocedure van toepassing verklaard op die besluitvorming. Binnen het in de pkb vastgestelde zoekgebied – dat op de ene plaats groter is dan op de andere – moet vervolgens het exacte tracé worden bepaald.

De vaststelling van dit exacte tracé vindt plaats door middel van een door de Minister van
Economische Zaken, in zijn hoedanigheid van projectminister, te nemen rijksprojectbesluit (artikel 39b van de Wet op de Ruimtelijke Ordening). Conform de wettelijke bepalingen kan de Kamer dit rijksprojectbesluit niet amenderen.

De aandelen in TenneT worden niet door het Ministerie van Economische Zaken beheerd, maar door het Ministerie van Financiën. Het aandeelhouderschap heeft geen functie in de borging van de publieke belangen. De publieke belangen die TenneT behartigt, worden
langs publiek-rechtelijke weg door de Elektriciteitswet 1998 geborgd. De mogelijkheden om via het aandeel-houderschap invloed uit te oefenen op een investeringsbeslissing over
de aanleg of de uitbrei-
ding van een net, zoals hier aan de orde, zou ook in strijd komen met artikel 16, lid 4, van
de Elektriciteitswet 1998, waarin is bepaald dat de aandeelhouder zich onthoudt van
iedere bemoeienis met de uitvoering van de wettelijke taken van de netbeheerder op het gebied van netbeheer.

35
Hoe is de relatie met de gekozen Rijksprojectenprocedure? Is de projectminister de minister van Economische Zaken?

Antwoord
In de pkb wordt de rijksprojectenprocedure uit de Wet op de Ruimtelijke Ordening van toepassing verklaard op de nadere besluitvorming over de verbinding lopende van Wateringen, via Bleiswijk naar Beverwijk en de minister van Economische Zaken wordt
als projectminister aangewezen. Bij het van toepassing verklaren van de rijksprojectenprocedure wordt onderscheid gemaakt tussen de verbinding zelf en de schakel- en transformatorstations. Op de schakel- en transformatorstations Bleiswijk en Wateringen is slechts de uitvoeringsmodule van toepassing. Reden hiervoor is dat naar verwachting de besluitvorming rond deze stations afgerond is als de pkb van kracht
wordt. Deze stations dienen voordat de verbinding gereed is al in werking te zijn.
De minister van EZ besluit dus over de ruimtelijke inpassing van de verbinding en het schakel- en transformatorstation Beverwijk en coördineert daarnaast alle vergunningen die benodigd zijn voor de verbinding en alle schakel en transformatorstations.
Overigens zal, als de nieuwe Wet ruimtelijke ordening tijdig in werking treedt, de rijkscoördinatieregeling uit deze nieuwe wet toegepast worden, dit betekent dat de projectminister, de minister van EZ dus, en de minister van Ruimte en Milieu





gezamenlijk het besluit ten aanzien van de ruimtelijke inpassing, het zgn.
rijksinpassingsplan, zullen opstellen.


36
Staat tegen de pkb’s ook bezwaar en beroep open bij de bestuursrechter en de Raad van
State? Zo ja, hoe lang gaan deze procedures duren?


Antwoord
Tegen deze pkb staat geen bezwaar en beroep open omdat in deze pkb geen concrete beleidsbeslissing is opgenomen, wel heeft men in een eerder stadium kunnen reageren op deel 1 van de pkb. Van deze mogelijkheid hebben 1536 personen en organisaties gebruik gemaakt, de inspraakreacties zijn gebundeld in pkb deel 2 dat samen met pkb deel 3 naar
uw Kamer is gezonden.


37
Hoeveel huizen zullen er gesloopt moeten worden op de Zuidlijn en de Noordlijn? Hoeveel schadevergoeding zal er ongeveer betaald moeten worden?

Antwoord
Zie antwoord bij vraag 11.


38
Waarom roepen de hoogspanningsverbindingen zoveel weerstand op? Hoe kan de belevingspsycholoog worden ingezet om de weerstand te verminderen? Is het mogelijk om lokale ondergrondse aanleg ook lokaal in rekening te brengen via gemeentelijke belastingen, bijvoorbeeld via een zichtkwaliteitbelasting? Kan op deze manier zichtkwaliteit een prijs gegeven worden?

Antwoord
Uit de binnengekomen inspraakreacties blijkt dat de volgende factoren zorgen voor weerstand tegen hoogspanningsverbindingen: zichthinder, effecten op gezondheid als gevolg van elektromagnetische velden, fijn stof en geluid, alsmede waardedaling van woningen.

TenneT heeft op advies van Rijksadviseur Ir. D. Sijmons een belevingspsycholoog van
Alterra (Research Instituut voor de Groene Ruimte) en Wageningen
Universiteit ingeschakeld om advies te geven over de inpassing van de lijn in het landschap . Het advies heeft ertoe geleid dat gekozen is voor een lagere mast en langere
veldlengtes (afstanden tussen de masten) die door obstakels in het zicht (coulissen) vaker wegvalt in het besloten landschap, zoals dat zich voordoet in de tracé`s. op deze wijze kan een bijdrage worden geleverd aan het mitigeren van zichthinder van bovengrondse verbindingen





Het is mogelijk dat gemeenten uit de gemeentebegroting de financiële meerkosten van
bijvoorbeeld ondergrondse aanleg van een gedeelte van de verbinding voor hun rekening nemen. Ook in de huidige praktijk zijn er gemeenten die de netbeheerder vragen om een
lijn aan te passen of zelfs ondergronds te brengen en bereid zijn daarvan de kosten te vergoeden. Het is dan aan de betrokken gemeenten om dekking te zoeken voor de bedoelde financiële bijdragen.

39
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het inkorten van doorlooptijden om te
komen tot nieuwe interconnectiecapaciteit? Waar is het in december 2006 door Minister
Wijn beloofde ganzenbord?


Antwoord
Naar aanleiding van vragen van Uw Kamer van 12 december 2006 over de nieuwe hoogspanningsverbinding tussen Doetinchem en Wesel (Tennet-RWE) heeft U op 15 januari 2007 een brief ontvangen waarin wordt ingegaan op het verkorten van de doorlooptijden om te komen tot een nieuwe hoogspanningsverbinding. Hierin wordt stap voor stap ('ganzenbord') uiteengezet welke fasen een project moet doorlopen en hoe lang een dergelijk fase minimaal duurt. Het inzetten van de rijksprojectenprocedure leidt tot
een halvering van de voor besluitvorming benodigde tijd. Hoogspanningsverbindingen en andere energieprojecten kunnen op deze manier in ongeveer vijf jaar worden gerealiseerd (inclusief tracékeuze, beroepstermijn en daadwerkelijke realisatie). In de brief wordt
tevens aangegeven dat het van belang is dat de rijksoverheid de regie houdt als het gaat om energieprojecten van nationaal belang. Hiertoe wordt een wetsvoorstel voorbereid waarin wordt voorgesteld de rijksprojectenprocedure automatisch van toepassing te
verklaren op energieprojecten van een bepaalde omvang of complexiteit. Dit wetsvoorstel ontvangt u begin 2008.Overigens kan de rijksprojectenprocedure nu al ad hoc worden ingezet zoals nu wordt voorgesteld in de voorliggende pkb voor de realisatie van de hoogspanningsverbinding Randstad 380 kV.

40
Wat zijn de gevolgen van een aanleg van hoogspanningsverbindingen over het terrein van
de Luchthaven Schiphol?


Antwoord
Aanleg van een bovengrondse hoogspanningsverbinding over het terrein van Luchthaven
Schiphol is uitgesloten omdat het luchtverkeer daardoor fysiek wordt belemmerd.
Een ondergrondse hoogspanningsverbinding over het terrein van Luchthaven Schiphol kan – tijdens de aanleg – fysieke belemmeringen van het luchtverkeer opleveren. Daarnaast kan een hoogspanningsverbinding (dit geldt ook voor een bovengrondse
verbinding) invloed hebben op de communicatie-, navigatie- en surveillanceapparatuur op
de luchthaven.
Deze gevolgen kunnen overigens ook optreden bij een hoogspanningsverbinding niet op het terrein maar wel in de nabijheid van de luchthaven loopt.





Ondergrondse aanleg in de nabijheid van Schiphol (zoals bijvoorbeeld in
inpassingsvariant A1.2 – de oostelijke route langs Hoofddorp – nodig zou zijn) is dus niet zonder meer mogelijk. Het ondergronds leggen van de verbinding leidt naar het oordeel
van het kabinet dus niet automatisch tot verhoging van de veiligheid. Daarbij moet duidelijk zijn dat de huidige situatie, waarin ten westen van de Polderbaan een bovengrondse 150 kV verbinding loopt, reeds veilig is, en dat ook elke uitvoeringsmodaliteit die straks gekozen wordt voor de nieuwe 380 kV verbinding – of
dit nu boven- of ondergronds is – zal aan de geldende veiligheidseisen voldoen.


41
In welke mate is nu wel of niet bewezen of er schadelijke gevolgen zijn als gevolg van elektromagnetische straling? Geldt dit alleen voor kinderen of ook voor volwassenen?

Antwoord
Zie antwoord bij vraag 27.


42
Kan als alternatieve hoogspanningsverbinding overwogen worden om een verbinding aan
te leggen die loopt voor de Noordzeekust, zodat NIMBY-problemen voorkomen kunnen worden, vergunningprocedures korter kunnen zijn, en tegelijk ook off shore windparken beter aangesloten kunnen worden op het net? Zo nee, waarom niet?

Antwoord
Zie antwoord bij vraag 9.


43
Klopt het dat het kabinet inmiddels in overweging neemt om grotere delen van de 380 kV
verbinding dat nu gepland ondergronds aan te leggen? Zo nee, waarom niet?


Antwoord
Zie antwoord bij vraag 18.


44
Wat zijn de meerkosten van het ondergronds brengen van de 380 kV verbinding gemiddeld per kilometer?

Antwoord
De meerkosten bedragen gemiddeld 10 miljoen euro/km.


45
Kan de stelling dat de meerkosten voor ondergrondse oplossingen een factor 6 tot 8 hoger zijn worden onderbouwd op basis van onafhankelijke bronnen?





Antwoord
Zie antwoord bij vraag 31.


46
Wat zijn de meerkosten van het ondergronds brengen van de 380 kV verbinding op alle relevante knelpunten per knelpunt?

Antwoord:
Deze zijn afhankelijk van de aanlegmethode (open sleuf of boringen) en lokale omstandigheden. Aangezien het ontwerp van het tracé aan het einde van de m.e.r. studie bekend wordt, is nog geen detailinformatie beschikbaar.

47
Wat zijn de additionele meerkosten bij de in de vorige vraag genoemde relevante knelpunten indien bij het ondergronds brengen van de 380 kV verbinding tevens een parallel lopend 150 kV verbinding ondergronds wordt gebracht?

Antwoord
De kosten van het ondergronds brengen van 150kV verbinding zijn gemiddeld 2,5 miljoen euro/km, exclusief sloopkosten van de bestaande bovengrondse hoogspanningslijn.

48
Kan een nadere toelichting gegeven worden op de bewering, dat de storingskans bij bovengrondse en ondergrondse aanleg theoretisch nagenoeg gelij is? Kan hierbij worden meegenomen de recente storingen als gevolg van storm, sneeuwval en bevriezing? Welke extra risico's zijn verbonden aan ondergrondse aanleg?

Antwoord
De storingskans bij zowel bovengrondse als ondergrondse verbindingen is zeer klein. Storingen in bovengrondse verbindingen worden vaak veroorzaakt door extreme weersomstandigheden. Storingen in ondergrondse verbindingen worden veelal veroorzaakt door graafwerkzaamheden.
Storingen door extreme weersomstandigheden zoals recentelijk komen slecht 1 keer per
100 jaar voor.


49
Wat is de visie van het kabinet op de stelling dat ondergrondse aanleg rond luchthaven Schiphol (zeker na bundeling met de bestaande 150 kV lijn) de veiligheid van het vliegverkeer zonder meer zal verhogen?

Antwoord
Zie antwoord bij vraag 40.





50
Is er wetenschappelijk onderzoek beschikbaar naar de invloed van boven- en ondergrondse hoogspanningsleidingen op flora en fauna in een natuurgebied? Trekken hoogspanningsmasten bijvoorbeeld vogels aan of hebben ze een verdrijvend effect?

Antwoord
Ja, er is dergelijk wetenschappelijk onderzoek beschikbaar. Dit is ook benut bij het opstellen van de Strategische Milieubeoordeling en de Habitattoets die hoort bij deze pkb. Het belangrijkste effect van hoogspanningslijnen op natuur is dat vogels en vleermuizen er tegenaan kunnen vliegen. Daarnaast is het inderdaad zo dat sommige
vogels het gebied rondom een lijn mijden. De precieze effecten verschillen per soort en per gebied. Bij de nadere besluitvorming over het exacte tracé wordt aanvullend
onderzoek gedaan, dat wil zeggen behalve literatuurstudie ook onderzoek in het veld, dat dergelijke effecten in kaart zal brengen.










(w..g) Maria J.A. van der Hoeven